15 t/m 28 april 2014
Op pad naar Puerto Rico doen we eerst de zg. Spaanse Virgins Islands aan en laten het anker vallen in Bahia de Tortuga, Isla de Culebrita, het kleine zusje van Culebra. Het wordt helemaal fijn als de dagbootjes weer richting het vaste land gaan en we de plek voor onszelf hebben samen met nog een paar zeilboten.
In Culebra moeten we in het gareel en ons melden bij Homeland Security USA op het vliegveld om weer in te klaren, wat wij niet helemaal volgens de officiele manier doen. We worden op onze vingers getikt! De immigration officer is zeer bot en vraagt of we vantevoren hebben gebeld, waarop wij antwoorden dat we geen telefoon hebben. "Niet zijn probleem" en draait zich om. Telefoon gevraagd bij een koffieshop, in gesprek. Ja logisch, meneer was gewoon druk aan het bellen, later volgens hem een "conference call". Mar haar humeur werd er niet beter op en nadat ze dan eindelijk wel contact had met het "toll free" nummer werden we wel geholpen. De regels vanaf nu zijn dat je als cruiser je in elke nieuwe provincie van het eiland je dient te melden (per telefoon.....) Big brother is watching you.
Het eiland zelf doet ons denken aan Brazilie, alleen een groot voordeel hier, naast het Spaans spreken de mensen ook Engels. Lekkere latin muziek en we voelen ons er helemaal thuis, zeker na een lokaal biertje.
Ensenada Sun Bay, Vieques. Een eiland zuidoost van Porto Rico.
Via Vieques, waar we 2 nachten ankeren, zeilen we naar Salinas aan de zuidkust van Puerto Rico. Het plaatsje is omringd door mangrove en de Manati (zeekoe) zwemt hier rond. Zien doen we ze niet, maar ruiken des te meer. We zien hier een paar bekende boten en het is lekker om even bij te kletsen. We huren voor 2 dagen een auto en crossen het eiland over. Het binnenland is heuvelachtig en de wegen prima. De Amerikaanse invloed is (te) groot en aan fastfoodketens geen gebrek. We kunnen niet achterblijven en doen we lekker een Mac aan.
El Viejo San Juan, het oude gedeelte van de hoofdstad is schilderachtig, met zijn mooie huizen, pleinen en natuurlijk weer een fort en stadsmuur.
Het binnenland van Puerto Rico.
De stadswal.
Een van de vele prachtige beelden in het oude gedeelte van San Juan.
Nu we een auto hebben is het weer boodschappentijd, ik heb het idee dat we alleen maar lopen te sjouwen met eten en voorraad inslaan. De supermarkten a la Walmart en Econo hebben enorme keuze, dus kunnen we goed inkopen voor de komende 2 maanden die we gaan doorbrengen in de Bahamas en op Cuba.
Bij Isla Caja de Muertos kan Niels nog lekker even zijn hart ophalen met het schoonmaken van de romp. Gelukkig voor hem laten de zeekoeien en grote roggen zich pas later zien, nadat hij al uit het water is. Ook dit eiland heeft weer een mooie legende: piraat Jose heeft hier zijn overleden geliefde in een kist met glazen deur begraven en jaren later zijn de restanten van 'een' kist gevonden door een Spanjaard. Hij hoort het verhaal over Jose en noemt het eiland Caja de Muertos (coffin island).
Met de spinaker, jaha, hij staat weer fier in top, varen we de 40 mijl naar Boqueron, waar we gaan uitklaren in Mayaguez. Onderweg zien we een kleine walvis en bij Cabo Rojo hebben we een school dolfijnen voor de boeg.
We melden ons weer netjes bij de US coastguard over onze aankomst en horen tot onze grote verbazing dat we niet hoeven uit te klaren, gezien we richting de Bahamas gaan. Valt weer reuze mee!
We hebben nog een paar gezellige dagen in Boqueron samen met de Khaya Moya, Wandering Star en Sylvester. Om de drank van de vorige avond te verbranden "noodlen" (een soort van aqua joggen) de meiden elke morgen in de zee als work out.