We motoren/zeilen inmiddels een maand in de Malediven. Via het internet hebben we een blog gevonden van de zeilboot Yolo. Deze voer in 2015 ook in de Malediven en heeft nuttige tips en niet onbelangrijk 37 ankerplekken met omschrijving. We zetten ze allemaal in de kaartplotter en maken globaal een route van noord naar zuid door de atollen. We zullen ankeren op de meest uiteenlopende plekken, waarvan sommige met onmogelijke namen. Overal waar we komen is het water schoon en het zwemmen daardoor heerlijk. Waar we kunnen snorkelen we, het koraal is helaas in de meeste gevallen dood, maar er is volop vis, schildpadden en onderweg veel dolfijnen.
In de havenkom van Kulhudhuffushi met op de achtergrond de Mahaa Jaaraafu en Wakanui. Er wordt volop gebadderd door de plaatselijke bevolking.
Op Goede Vrijdag komen we aan in Kulhudhuffushi (fushi staat voor eiland). We proberen via de marifoon de havenmeester op te roepen om uit te vinden of we de havenkom binnen mogen komen. Na diverse pogingen nog steeds geen gehoor en aan de kade zien we een groot baggerschip "Mahaa Jaaraafu" liggen, maar ook zij geven geen gehoor. We besluiten om binnen te varen en voor anker te gaan. Opeens horen we vanaf het dek in het Nederlands: "zevenzeven" roepen (het nummer van het marifoon kanaal). En zo komen we in contact met de Nederlandse Ron, kapitein op dit schip. Later op de dag krijgen we een rondleiding op deze zandzuiger, waar veel apparatuur/machines hetzelfde is als bij ons aan boord alleen alles groter en in meervoud. Het schip is dan ook nog maar 8 maanden oud.
Het is de bedoeling, dat Ron samen met zijn Nederlandse collega's aan boord de lokalen gaan opleiden, maar hij heeft daar een heel hard hoofd in.
We bezoeken het dorp met zijn zandstraten en veel onafgebouwde huizen met hoog opgetrokken muren. Op de zaterdagmarkt kunnen we het nodige aan groente en fruit inslaan en eten we de meest gore pizza ooit.
Zo ankeren we bij onbewoonde eilanden, vinden we een verlaten resort dat sinds 2008 te koop staat voor een slordige $50 miljoen en dan ben je er nog niet. We gaan er aan land en krijgen een rondleiding van de oppasser. Het is doodzonde van deze lokatie met een prachtig buitenrif, waar het snorkelen de moeite waard is.
We vinden weinig zeilboten op ons pad en in de eerste 2 weken delen we geregeld de ankerplekken met de Wakanui. Aan boord van dit 26 meter zeiljacht zijn Rowan, Nadine en hun kinderen Melia en Harvey. Ook hebben ze een bemanningslid Bo, die met hun in de Malediven mee vaart. We hebben sundowners en potlucks, waarbij beide bemanningen hun best doen met het eten.
We komen in de bewoonde wereld als het anker voor het Reethi Beach Resort in de Baa Atoll valt. Bij toeval ligt daar ook de zeilboot Balikcil, die we nog kennen van de Indonesië Rally. We genieten een paar dagen van dit eiland met sundowners en een dagje strandvakantie als in de "oude" dagen.
De eerste twee weken hebben we prachtig weer met een oostelijke wind, maar dan krijgen we de wisseling van het seizoen, die normaal rond deze maand plaatsvindt. De oostenwind maakt plaats voor een westenwind en de nodige buien met onweer en de daarbij behorende wind. Tja, allemaal wel volgens de weerstatistieken.
Zo hoppen we naar Himmafushi, een eiland dicht bij het hoofdeiland Malé. Het dorp heeft een havenkom, waar de nodige vissersboten liggen en het is er een komen en gaan van kleine ferries. In de naastgelegen lagune ankeren we met de UnWind. Ook in dit plaatsje veel halfafgebouwde huizen, aan het eind van eiland vinden we een afgeschermd "bikini strand", waar toeristen kunnen zonnen. De volgende morgen nemen we de dagferry naar Malé. Achteraf zijn we erg blij met de keuze om in Uligamu in te klaren. Rondom Malé is het een chaotische drukte van belang, de lokale Dhoni's hebben soms 3 ankers uitstaan met ankerlijnen van 75 meter. Het is maar een uurtje varen met deze ferry en we varen langs Hulhumale met daarop het internationale vliegveld. Dan zien we de skyline van Malé. Op dit drukbevolkte eiland vind je enorm veel hoogbouw en nog meer scooters. Van de in februari afgeroepen noodtoestand is niets meer te merken. Deze was gelukkig van korte duur, maar hierdoor toch de nodige negatieve reisadviezen. Het is een drukte van belang in de havenkom en direct een enorme groente en fruitmarkt op de kade. We hebben van te voren een lijst gemaakt van wat we willen en moeten doen. Na de nodige scheepswinkels gaan we op zoek naar Cafe'iere voor een heerlijke cappuccino. Op internet had ik een kapsalon gevonden en heel wonderbaarlijk ik kan direct geholpen worden......Of dit nu mijn geluk was, weet ik niet want met een hoop geknip in de lucht en €35 armer staat ik even later weer op straat. Niels heeft er later aan boord nog het nodige werk aan gehad om het recht te breien. De goede kapsters, die ik in vijf jaar tijd cruisen heb getroffen, kan ik op één hand tellen, gelukkig zitten we veel op zee.
Tussen alle Islamitische zaakjes vinden we "Seagull", een restaurant waar voor de verandering de lunchkaart uit westerse gerechten bestaat. Heerlijk! Om het gezeul met tassen te voorkomen hebben we de boodschappen tot het laatst bewaard. De Fantasy store, Eurostore en STO supermarkt hebben alle drie zo hun eigen producten en kan de voorraad weer goed aangevuld worden. Nog een laatste spurt over de groentemarkt voordat de ferry vertrekt.
Na de atol Malé gaan we zuidwest naar de Ari Atol. Hier komen we een afspraak na, die we in 2016 gemaakt hadden. We gaan Thomas op "zijn" eiland Thudufushi bezoeken. In de jaren 2002-2005 hadden we een leuk contact met de Zwitserse Thomas en zijn vrouw Denise, toendertijd GM bij een hotel bij Lily Pond in de buurt. Na de nodige werkplekken op de wereld is "Diamonds Thudufushi Beach and Watervillas" nu zijn huidige standplaats. In ons oorspronkelijke plan van 3 jaar rond de wereld zou het er nooit van gekomen zijn, maar nu is het dan toch zover. Van verre zien we de postzegel groter en groter worden.
Welkomstdiner met echte champagne aan het water.
We hebben er 4 heerlijke dagen en we worden verwend met eten en drinken (op resorts wordt gewoon alcohol geschonken) We slapen zelfs een nacht in één van de watervillas. We krijgen inzicht in het reilen en zeilen van een resort gebouwd op een postzegel wat op een uur vliegen van Malé ligt. Alles gebeurd op het eiland: de stroomvoorziening met 3 afzonderlijke generatoren, watermaken en bottelen, wasserette, timmerafdeling, technische afdeling, noem maar op. De 170 personeelsleden wonen ook op het eiland en werken 6 dagen per week. Ook hun vrije dag moeten ze doorbrengen op het eiland. Eénmaal per week wordt het eiland bevoorraad en wordt het vuilnis mee terug genomen naar Malé. Vuilnis is -buiten het stijgen van de zee- één van de grote problemen waar de Malediven mee te kampen heeft. Er is een eiland aangewezen dicht bij Malé, waar alles op een hoop gedumpt wordt. We zien luchtfoto's van dit gebied en de vuilstort brandt 24 uur per dag. Thomas verteld dat hij weliswaar het afval splitst, maar dat het daar allemaal bij elkaar wordt gestort.
We maken een duik bij Panetone, waar normaal manta's zijn te vinden, helaas niets gezien. Gelukkig wel kunnen constateren dat het koraal op 15 meter diepte en lager in een betere conditie is dan op snorkeldiepte.
Na deze luxe mini vakantie verlaten we Thomas en Thudufushi en gaan verder naar het zuiden van de Ari Atol. Volgens de Lonely Planet is hier de kans om walvishaaien te zien het grootst. We willen deze kans niet laten liggen en gaan voor anker bij het eiland Dhigurah, waar we hopen een trip met een Dhoni te kunnen boeken. Hier ontmoeten we ook de Wakanui weer. Op de wal lopen we tegen een Nederlands/Maledivian guesthouse aan, Bliss genaamd. Het is een leuke plek met 15 kamers en sinds oktober jl. geopend. Hier heerlijk kunnen lunchen en niet onbelangrijk via hen de walvishaai trip kunnen boeken.
De plankton etende walvishaai is de grootste vis in de oceaan met een lengte tussen 5-10 meter
Met de traditionele dhoni gaan we de volgende morgen naar de zuidzijde van de atol. Onderweg zien we al 2 schildpadden zwemmen. Dan in de opening van de pas zien we een schaduw. Iedereen moet klaar zijn om in het diepe te springen. Dan ja hoor, eenmaal in het water zien we het met stippen bedekte lijf van de walvishaai. Je moet rap zijn om foto's te maken, want in de pas staat een behoorlijke stroming en voor je het weet ben je weggespoeld en er tegen in zwemmen valt niet mee. We worden weer door de Dhoni opgepikt en tot 3 keer toe zwemmen we boven deze "Gentle Giant". Helemaal blij dat het gelukt is om dit fenomeen in het echt te zien gaan we terug. Dan gaan de sluizen open en valt de regen met bakken uit de hemel. Nog een laatste lunch bij Bliss waar we kennis maken met Anne en Mushi (de eigenaren van het hotel) en dan terug naar de boot. Nu dan echt een laatste raindowner met Wakanui, want de volgende dag gaan wij alleen verder. Zij blijven in de buurt van Malé hangen om een nieuwe opstapper op te pikken.
Ankerplek achter het rif in de Nilandhe Atol, waar we driftsnorkelen in de pas.
De laatste dagen laat de zon zich ook weer van zijn beste kant zien en hebben we 2 zeildagen met westenwind. Wat een verademing na al het gemotor. De atollen noord en zuid Nilandhe zijn we voorbij en dan nu bij Veymandhoo, Thaa Atol. Via een billenknijpende smalle en ondiepe doorgang ligt het anker in de lagune op 7 meter diepte. Als we aan land zijn, zien we bedrijvigheid bij de haven waar vlaggenstokken worden neergezet. Bij navraag blijkt de volgende avond de presidents vrouw te komen om stemmen te winnen voor de komende verkiezing in juni. Het 2000 koppen tellende dorp is er maar druk mee. Alles wordt opgeruimd en straten aangeharkt. De mensen zijn vriendelijk en willen zoals altijd weten waar we vandaan komen. Nederland en vooral het voetbal van Nederland doet het hier goed en is een leuke binnenkomer.