Het basin waarin we liggen is onderdeel van het Caudan Waterfront, hier vind je het luxe Labourdonnais en Le Suffren hotel en 2 kleine winkelcentra. Heerlijke cappuccino's met gebak, leuke terrassen, we kunnen weer even ouderwets van alles opsnuiven. De omgeving van het waterfront voelt vertrouwd aan. Het doet ons denken aan het Victoria & Alfred Waterfront in Kaapstad, zelfs de heuvels op de achtergrond lijken hetzelfde. Achteraf horen we dat het concept is overgenomen van Kaapstad met dezelfde architecten.
Vergeleken met Rodriques is Maritius met zijn 1,2 miljoen mensen heel druk bevolkt. Waren de inwoners op Rodriques veelal afstammelingen van Afrikaanse slaven, hier op Mauritius is de grootste groep afkomstig uit India. Na de afschaffing van de slavernij waren er te weinig mensen voor de rietsuiker plantages, wat op Mauritius de belangrijkste bron van inkomsten was. Tussen 1834 en 1921 kwam Engeland met het alternatief van zg. contractarbeiders. Het klinkt leuk "contract", maar in feite werden de gezinnen bij aankomst slecht behandeld en in alles werd hen de mond gesnoerd. Alleen al de reis vanuit India was een verschrikking. Veel mensen werden of waren al ziek, zodat ze bij aankomst vaak in quarantaine werden geplaats op een eiland ten noorden van Mauritius. In de oude haven vind je het museum Aapravasi Ghat, waarvan de gebouwen nog deels uit die tijd stammen en de geschiedenis wordt uitgelegd. Wij vinden dit altijd interessant waar we ook zijn, omdat je dit soort dingen niet in onze geschiedenisboekjes tegenkwam. Je merkt ook dat de VOC destijds goedschiks dan wel kwaadschiks een ongelofelijke invloed heeft gehad op de wereldeconomie en geschiedenis.
Port Louis zelf is een mix van oude koloniale gebouwen en moderne hoogbouw. Het verkeer is een gekkenhuis: scooters, auto's, bussen en voetgangers, even oversteken is er niet meer bij. Daarbij wordt er volop gerenoveerd, zowel in het Waterfront als elders in de stad. Het toerisme is hier een van de belangrijkste bronnen van inkomsten, maar de toeristen zitten veelal in de resorts aan de kust. Het eiland zelf heeft eerlijk gezegd niet zo heel veel te bieden.
Het kleurrijke Caudan Waterfront
De binnenstad van Port Louis.
Banyan bomen met hun luchtwortels in de Kompanie tuinen.
De andere wandeling de week erop is beter aangegeven en zien we de haven en de stad vanaf Signal Mountain. De rit was ook via een asfaltweg naar boven, maar met een prachtig uitzicht.
Met een huurauto rijden we in 2 dagen het eiland rond. Letterlijk en figuurlijk schakelen, met de auto maar ook wennen aan de drukte en rijgedrag. Port Louis gaat via buitenwijken over in Curepipe, wat in het midden van het eiland ligt. Hier bezoeken we de ambassade van Madagascar. We doen wat voorwerk en vragen hier alvast ons visum aan voor Madagascar. Na 3 dagen kunnen we ons paspoort inclusief visum voor 3 maanden ophalen. Het verhaal gaat dat de lokale autoriteiten daar niet vies zijn van corruptie en daar hebben we gewoon een hekel aan. De voertaal is daar ook echt alleen Frans en dat is niet onze sterke kant.
De hele kust van Mauritius is volgebouwd met resorts afgewisseld met huizen, behalve in het zuiden en oosten, daar vind je nog veel armoede en krotten van huizen. Het binnnenland is mooi met groene heuvels en veel, heel veel suikerriet. 80% van de landbouw bestaat uit dit gewas.
We lunchen bij Le Chamarel gelegen in de heuvels met een prachtig uitzicht naar zee. Het is onze trouwdag (31 jaar 👍) en zoals mijn zus in toepasselijke woorden schreef:"In voor-en tegenwind"
Le Chamarel heeft naast een rumstokerij ook de attractie "Terres des Sept Couleurs". Het 1 hectare heuvelachtige terrein is roestbruin. Afhankelijk van de tijd van de dag kan de kleur variëren van geel, oranje, blauw of paars. We vinden de naam mooier dan wat we zien.
We overnachten in een klein hotel bij Le Morne. De volgende morgen doen we de rest van het eiland.
De "Le Morne Brabant" berg heeft een trieste geschiedenis. Ten tijde van de Franse bezetting zochten gevluchte slaven hun heil op deze heuvel. Nadat de Engelsen het bewind overnamen en de slavernij was afgeschaft, gingen Engelse soldaten de heuvel op om met het goede nieuws te vertellen. Onwetend van dit nieuws storten de slaven zich van de berg uit angst weer gevangen genomen te worden. Tegenwoordig is het een onderdeel van de zg. Slavenroute en onder aan de berg vind je het monument en beelden.
De strandweg naar Souillac in het zuiden van Mauritius.
De Dodo, de Nederlanders noemden hem ook wel de "Walgh Voghel". Medium rare gebakken maakte dat hij nog enigszins te pruimen was. Nu was de mens niet de enige bedreiging van de Dodo in deze periode. Het niet kunnen vliegen, het leggen van maar 1 ei per jaar en andere natuurlijke vijanden hielpen daar een handje aan mee en verdwenen ze voorgoed van het eiland.
De Nederlanders waren de eerste bewoners van Mauritius en besloten het eiland te vernoemen naar Prins Maurits van Nassau. We stoppen nog even bij de landingsplaats, waar ze in 1598 aan kwamen. Lang hielden ze het overigens niet uit op Maritius. Geteisterd door tropische stormen, ziektes en piraten gaven ze de pijp aan Maarten en vertrokken. De Fransen namen het over en bouwden verder op de restanten van het fort Frederik Hendrik. Het in 1998 door Prins Maurits en Marilene onthulde monument bij de landingsplaats, staat er inmiddels vervallen bij. Gelukkig ziet het in Vieux Grand Port gelegen museum er beter uit.
Terug in de marina horen we van de boot Prins Diamond dat ze in hun laatste nacht op zee de 8 koppige bemanning van een visserboot hebben gered. Brian, de schipper, had via de marifoon een Mayday gehoord, maar niemand, zelfs de kustwacht, reageerden. Het watermakende schip bleek op10 Nm afstand van hen te zijn. Knap staaltje zeemansschap!
Er zijn maar 2 plekken waar je kunt liggen met de boot, Caudan Marina of voor anker in het noordwest gelegen Grand Baie. Hier brengen we de andere helft van onze tijd door. Het is een prima ankerplek en we worden tijdelijke lid van de jachtclub. Er is een pontoon waar je de bijboot goed kunt achterlaten. De club zelf is alleen in het weekend actief en we zien er de finale tussen Frankrijk en Kroatië.
Grand Baie wordt ook wel de Cote d'Azur van Mauritius genoemd. Het is er toeristisch en overal word je aangesproken voor een taxi, dagtrip of eetgelegenheid.
We kunnen merken dat we dichter bij Zuid Afrika komen. Op het eiland herkennen we de nodige ZA bedrijven. Restaurantketens, supermarkt Shoprite met veel ZA produkten en Engen benzinestation.
Qua gezelligheid moeten we het van elkaar hebben...... De weinige boten om ons heen zijn Amerikanen, waar het contact met een "Hi and Bye" blijft. Sinds Azië hebben we geen Nederlandse boot meer gezien. Er zijn een paar Franse en een Duitse boot, waar we contact mee hebben, maar die zijn een etappe voor ons, waardoor zij vaak vertrekken als wij aankomen. We merken dat we dit contact wel missen. Waar we in de Pacific of tijdens een rally regelmatig met boten optrokken, een borrel dronken of iets op een strandje organiseerde ontbreekt dat hier.
We hebben inmiddels Mauritius wel gezien en het wachten is op wat minder wind om de oversteek naar La Reunion te maken.