Donderdagochtend komen we om 04.30 aan en ankeren we in Porte de Ilheus. De ankerplek is open naar het noorden en wordt beschermd door een lange strekdam. Volgens de pilot is het hier rustig liggen met een zuidoostelijke wind. De boot ligt echter te rollen als een wipkip door de deining. We probereren toch nog te slapen, wat niet echt lukt. We besluiten om te verkassen naar een kleine vissershaven. Deze blijkt bij aankomst dichtgegegooid te zijn, dus hebben we wenig keus en gaan we weer terug. We ankeren dit keer dicht onder de kust met de kiel op, maar het is niet veel beter. We pakken de bijboot en gaan de wal op, doen boodschappen en eten wat bij de jachtclub. Bij terugkomst op de boot besluiten we toch maar weer om naar de oude ankerplek te gaan en daar met de kiel naar beneden te gaan liggen. Volgens Niels vaart Mar als een oud wijf terug en als het anker die dag voor de derde keer valt zijn we beide behoorlijk chagrijnig.
We gaan met de kippen op stok en slapen klokje rond. De volgende dag gaan we de stad in en zien Ilheus met zijn cacao verleden en oude koloniale gebouwen. De stad zelf is slecht onderhouden met een hoop zwerfvuil. Het oude centrum heeft zijn charme nog niet verloren en de straatjes zijn vol fruitverkopers. Het is ook de stad van Jorge Amado, een van de bekendste braziliaanse schrijvers.
Die avond vertrekken we richting Baia de Camamu, een delta gebied, zo' n 60 mijl verderop. We hebbben uitgerekend dat we daar niet voor 08.30 de rivier op kunnen varen door het getij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten