maandag 22 juli 2013

Ilheus

Op dinsdag pakken we de boel weer in en zwemmen we nog een laatste keer. We varen onderlangs het eiland Siriba en koersen noordwaarts. We nemen via de marifoon afscheid van de 2 meiden, die boven op de heuvel naar ons zwaaien. Het windje is zuidoost en blaast ons langzaam richting Ilheus, zo'n 220 mijl verder. De hele tocht zal bijna 2 dagen in beslag nemen, maar we vinden het prima. Overdag houden de walvissen ons bezig met hun show en de avonden zijn mild. We klussen en koken. Niels gooit weer eens een hengel uit en heeft zelfs beet. Dit gebeurt natuurlijk net onder de lunch. Tot Mar haar grote geluk, die zag de bui al hangen: al die ellende om die vis dood te krijgen en bloedbad bij het fileren en wint de vis. Zodoende zwemt er een gepiercte dorade ergens in de oceaan rond, wat ook weer een rot idee is. 
Donderdagochtend komen we om 04.30 aan en ankeren we in Porte de Ilheus. De ankerplek is open naar het noorden en wordt beschermd door een lange strekdam. Volgens de pilot is het hier rustig liggen met een zuidoostelijke wind. De boot ligt echter te rollen als een wipkip door de deining. We probereren toch nog te slapen, wat niet echt lukt. We besluiten om te verkassen naar een kleine vissershaven. Deze blijkt bij aankomst dichtgegegooid te zijn, dus hebben we wenig keus en gaan we weer terug. We ankeren dit keer dicht onder de kust met de kiel op, maar het is niet veel beter. We pakken de bijboot en gaan de wal op, doen boodschappen en eten wat bij de jachtclub. Bij terugkomst op de boot besluiten we toch maar weer om naar de oude ankerplek te gaan en daar met de kiel naar beneden te gaan liggen. Volgens Niels vaart Mar als een oud wijf terug en als het anker die dag voor de derde keer valt zijn we beide behoorlijk chagrijnig.
We gaan met de kippen op stok en slapen klokje rond. De volgende dag gaan we de stad in en zien Ilheus met zijn cacao verleden en oude koloniale gebouwen. De stad zelf is slecht onderhouden met een hoop zwerfvuil. Het oude centrum heeft zijn charme nog niet verloren en de straatjes zijn vol fruitverkopers. Het is ook de stad van Jorge Amado, een van de bekendste braziliaanse schrijvers. 
Die avond vertrekken we richting Baia de Camamu, een delta gebied, zo' n 60 mijl verderop. We hebbben uitgerekend dat we daar niet voor 08.30 de rivier op kunnen varen door het getij. 

                                 

                                             Het is weer "John West" geworden.....       


                                                        Ilheus

                              


                              



     

Geen opmerkingen:

Een reactie posten