Het is een vroege start richting Great Barrier Island, ruim 50 Nm verder zuidoostwaarts. Het is het meest oostelijke eiland van de Hauraki golf met zo'n 850 inwoners. Aan de oostkant zijn er lange mooie witte stranden en de westkant heeft prachtige beschutte ankerplaatsen.
Gelukkig komt het weerbericht uit en trekt de wind aan, zodat we het grootste deel kunnen zeilen. Aan het einde van de middag komen we aan in de rustige Karaka Bay. Hier is het een waar spektakel met de Australasian Gannets, een zeevogel. Ze laten zich als een baksteen in het water vallen, in de hoop op een lekker visje. We hebben gelezen dat ze wel tot 6 meter diep gaan om ze te pakken. Onze angst onderweg is dat ze op ons aas van de vislijn duiken die we soms achter ons slepen. We hebben dat 1 keer in Brazilië gehad en dat was waardeloos. Voordat we het in de gaten hadden was de vogel verzopen.
Alfred, een brown teal (Pateke), is onze eigen "confit de canard". Achteraf lezen we dat het een zeldzame eendensoort blijkt te zijn en dat 2/3 van dit ras op Great Barrier leeft. Hij komt regelmatig terug in de 2 dagen dat we er zijn en geven hem brood en havermout. We krijgen er een volgescheten boegspriet en dek voor terug. Het inspireerde ons de volgende dag om het teak dek weer eens met zout water te reinigen. Elk nadeel heeft zijn voordeel.....
In de avond valt de wind helemaal weg en liggen we als in beton gegoten. Hierdoor weer heerlijk kunnen slapen, want de laatste nachten bij de Poor Knights hield de rollende deinig en de afstand tot de kliffen ons toch behoorlijk wakker.
De dag erop verhuizen we maar liefs 2,5 mijl !! verder naar Port FitzRoy. Het is een gehucht met een infostand, winkel, kliniek, hamburgertent (lekkere burgers!) en een paar huizen. We vergaren bij de infostand de nodige informatie over het eiland en wandelingen. Vanaf de ankerplek zagen we lange hekken op het land en vroegen ons al af wat dit precies was. Het blijkt dat dit hekken zijn om ongedierte tegen te houden. Op de meeste eilanden is het een gevecht om ratten, muizen en andere soorten tegen te gaan. Een deel van Great Barrier Island blijft nu pestvrij door deze hekken. Ze worden vaak gesponsord door WWF en privé personen.
De weersvoorspelling voor de komende dagen is niet geweldig en we willen graag naar Mount Hobson wandelen, de hoogste berg op het eiland. Het plan is om op dinsdag de postbus naar Windy Canyon te pakken en daarvandaan de route omgekeerd te lopen. De volgende dag is het al buiig weer, maar gaan we toch op pad om in ieder geval de benen te strekken
Rarohara Bay.
Na eerst de Bridle en Warrens Track te lopen besluiten we toch de stap te wagen en voor Mt. Hobson te gaan. Welliswaar andersom dan gepland volgen we de South Fork Track naar de top. Het is een gevarieerde tocht met stukken door een rivierbedding. We moeten regelmatig het water kruisen en krijgen natte voeten. We krijgen meer buien en daardoor worden de paden glad. Het maakt het lopen er niet eenvoudiger op. Het is soms behoorlijk stijl, maar via aangelegde trappen op kritieke punten komen we aan bij de berghut van Mt Heale. We schuilen hier even en eten zoals echte wandelaars even een boterhammetje. Het is nog een stijle klim van zo'n 45 minuten tot de top. Gelukkig klaart het weer op en hebben we bij aankomst prachtig uitzicht over het hele eiland. Via de Windy Canyon dalen we met vele traptreden af naar de oostkant van het eiland. Nu maar hopen dat we een lift kunnen krijgen, anders wordt het nog een lange tocht van 12 km naar de haven. We hebben mazzel en kunnen meerijden tot de "Old Lady Track" wat naar FitzRoy leidt. Dit was in verhouding een kleintje....., maar de vermoeidheid gaat nu meespelen en we zijn blij wanneer we terug aan boord zijn. Tevreden nemen we een borrel.
Hangbrug over de Kaiaraara rivier, die we daarna regelmatig moeten kruisen.
De rivierbedding met de nodige restanten van de storm van 2014, waar Kauribomen als lucifershoutjes zijn afgeknapt.
Uitzicht vanaf Mt. Hobson (627 mt.) ook wel Hirakimata genoemd. De Maori naam voor deze heilige berg.
Ook wij verkassen naar een andere baai, waar het water bruin gekleurd is door het water wat uit de bergen stroomt. We wachten op laagwater en gaan op mosselvangst, Boopers bedankt voor de tip! Dit is meer in ons straatje dan vissen. Deze blijven tenminste zitten...... In een halfuurtje zit de emmer vol en keren we terug. We gaan gelijk anker op naar een volgende baai.
We vinden een mooie plek tussen The Broken Islands, waar we "diep gras" wandelen, een variant op "tief schnee" skiën. We zullen hier een volgend zwak front uitzitten. De eilanden beschermen ons van de verwachte zuidwesten winden. We liggen hier helemaal alleen en met een prachtige avond genieten we van de Ghost Bay mosselen. Het is een kleinere variant dan de greenlip mosselen, die we hier eerder aten, maar vinden deze veel lekkerder. Ze lijken meer op de Zeeuwse Dingemans.
Whangaparapara wordt daarna aangedaan met weer twee mooie wandelingen. Bij aankomst gaan we naar Te Ahumata, een klim naar 397 meter.
Niels in de Hot Water Spring en echt het water is zeker 35 graden.
De volgende morgen gaan we via de oude Tram Trail track, daar waar vroeger de Kauribomen over werden vervoerd, naar de Hot Water spring van Kaitoke. Ook hier een mooie Maori legende. Het hete water zou mede door de mineralen een helende werking hebben. Welliswaar met je billen op een bodem van bladeren waarvan je niet weet wat er nog meer zit, maar heerlijk warm. Compleet "geheeld" vervolgen we onze trip via unieke wetlands en lopen we terug naar de haven. Één nacht op deze plek vinden we genoeg en gaan na onze wandeling meteen weer anker op.
Op weg naar Tryphena Harbour zien we 2 Bryde walvissen zwemmen. We proberen dichterbij te komen, maar ze stellen onze interesse niet op prijs. We laten ze dan ook met rust. Altijd weer bijzonder en leuk om te zien.
In het ondiepe water van Malberry Grove wordt de onderkant van de boot aangepakt. De bootsnelheid was teruggenomen, dus tijd voor aktie. Niels gaat met perslucht de schroef te lijf, deze zit vol met kokkels. Ikzelf ga de strijd aan met de enorme hoeveelheid van alg inclusief wormachtige beestjes. Hele wolken komen er vanaf en verplaatsen zich op onze duikpakken. Die engerds hebben een soort van tentakels en grijpen zich overal aan vast. Als we "klaar" zijn, zitten we zelf helemaal onder. Ik gruwel bij de gedachte dat ze in mijn oor en weet ik waar nog meer kruipen! Gelukkig houden ze niet van zoet water en verdwijnen ze door het putje.
Inmiddels hebben we al een week het mooiste weer van de wereld. De wind is niet veel, dus stellen we het vertrek naar Waiheke Island richting Auckland steeds voor ons uit. Volgens Auckland Maritime Radio moet er vrijdag weer wat wind komen, dus dan zullen de zeilen hopelijk weer omhoog gaan voor de 30 mijl trip.