Het worden prachtige zeildagen als we richting Cap d'Andre van de ene ankerplek naar de andere varen. Bij Sakatia laten we de duikflessen nog even vullen en klets ik nog gezellig met de Nederlandse Sandra, die samen met haar ZA man Jaques de lodge runt. Heerlijk om Nederlands te kletsen, want sinds Thailand hebben we geen Nederlandse boot meer gezien. Waar zijn de Nederlandse wereld omzeilers! Is het de recente recessie, die ervoor zorgt dat minder weg zijn gegaan? We weten het niet.
Samen met de Franse boten Max en Tereva en de Duitse boot Antares verlaten we Russian Bay. Via Nosy Iranja met een prachtige zandspit gaan we even voor anker en streken de benen. Het is een toeristische attractie met veel (Italiaanse) dagjesmensen.
Diezelfde dag varen we door naar Honey River. Tijdens ons 2-daags verblijf hier gaan we met de bijbootjes verder de rivier op. Op de meest afgelegen plekken staan een paar hutten met wat piroques in het mangrove, wat een bestaan.
We bezoeken het dorpje en krijgen een rondleiding van Daniel, de schoolmeester, waardoor een bezoek aan de school niet uitblijft. "In the middle of nowhere" is hier een understatement.
Nosy Antanymora is een andere mooie ankerplek, waar met laagwater de zandspit te voorschijn komt. De tweede nacht krijgen we daar een behoorlijke squal over met 36kt. Door de windshift worden we richting een koraalhoofd geblazen direct achter de boot. Het diepte alarm dat op 4,5m staat gaat steeds af. Ondanks dat er nog voldoende waterdiepte is onder de kiel besluiten we om na de bui te verkassen en dieper water op te zoeken. Dit slaapt net even beter.
Aangekomen bij Nosy Lava krijgen we van Terava een heerlijk stuk Wahoo, zij zijn betere vissers dan wij. Onze vislijn hangt al dagen nutteloos achter de boot met af en toe een strike waarbij we de ene na de andere lure (nepvis) verliezen. We opperen het plan om hier een nacht extra te blijven en de oude gevangenis te bezoeken. De nacht brengt ons een harde zuidooster en liggen we in deze baai erg open en ligt Unwind erg onrustig. Het plan belandt in de prullenbak en we gaan al vroeg anker op.
Over Moramba bay hadden we al in Langkawi positieve berichten gehoord, het zou de mooiste baai van Madagascar zijn. Het blijkt een beschutte baai te zijn met allerlei kleine eilandjes vol met baobab bomen. We blijven hier de nodige dagen hangen. We kopen hier grote garnalen van de lokale bevolking voor een habbekrats en hebben sundowners op het strand met de andere boten. We maken heerlijke wandelingen en zien weer de nodige dansende lemurs.
Inmiddels horen we dat de groep voor ons in het zuidelijker gelegen Bali Bay de oversteek naar Mozambique gaan maken. Het lijkt een redelijk weerraam, maar wij zijn nog niet zover en moeten nog inkopen doen en uitklaren in Mahajunga.
Over deze plaats is het nodige geschreven. De authoriteiten zouden corrupt zijn, de ankerplek een verschrikking, kortom niet iets om naar uit te kijken. Bij aankomst is het blauwe water veranderd in roodbruin en kruisen we tientallen dhows die voor de wind de rivier op komen. We zitten rondom springtij met een verschil van ruim 4 meter tussen eb en vloed. Er is geen dinghy dock in Mahajunga, dus het is een kwestie van goed plannen, anders is het een hoop geklûun in de modder om aan de wal te komen. Samen met de boten Max en Antares zijn we om 14.00 aangekomen een uur voor hoogwater. We stellen voor dat de mannen met 1 bijboot naar de wal gaan om diesel te halen, dit scheelt een hoop gesjouw later. Zo gezegd, zo gedaan. Helaas geen foto van 3 volwassen kerels met 11 jerrycans in 1 tuktuk, maar het moet een mooi gezicht zijn geweest.
Inmiddels is het afgaand tij, maar de wind komt nog uit het westen en veroorzaakt grondzeeën op de ondiepe ankerplaats. Het is zeer chaotisch met boten alle kanten op. Hier gaan we niet overnachten en halen het anker op en vertrekken naar Katcepe aan de overkant van de rivier. Hier is het een stuk rustiger. We varen morgenochtend wel terug naar Mahajunga om uit te klaren en boodschappen te halen. Het uitklaren was geen probleem, vergeleken met Hell-Ville is bij de één Immigratie misschien duurder en bij de ander de Port Captain goedkoper. We hebben tijd voor een laatste lunch en gaan terug aan boord. We verkassen nogmaals naar Katcepe om van daar te vertrekken naar Baly Bay, de laatste ankerplaats de oversteek naar het Afrikaanse continent.
Baly Bay -waar boten voor ons meer dan een week hebben gelegen in afwachting van een goede mogelijkheid om over te steken- is ook weer een plek waar stroming en wind elkaar in de haren zitten.
De UnWind heeft een brede kont en wanneer de golfjes van achter komen ketsen ze hier tegenaan. Ze is ook gemaakt om de wind en golven van voren te krijgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten