De laatste dagen, voordat we verder zeilen naar het noorden, spenderen we in Salvador bij de voorname Iate Clube de Bahia. Niels heeft een email naar ze gestuurd, dat we lid zijn van de RCYC in Kaapstad en/of we (als gast) bij hen kunnen liggen. Dit hebben we eerder geprobeerd in Rio, maar nooit antwoord ontvangen. Dit keer een keurig antwoord in het Engels terug, dat we welkom zijn.
Aangekomen treffen we een prachtige jachtclub aan, met alle toeters en bellen. Het enige wat er niet is, zijn jachten..... We liggen aan een boei, maar erg open naar zee en naar later blijkt te iets te open.
We worden opgehaald met een watertaxi -dus de bijboot hoeft niet uit de "garage"- en worden zeer vriendelijk ontvangen door de bewaking en later door Luis van de receptie. We krijgen pasjes, zijnde tijdelijk lid, en worden voorzien van veel informatie onder het genot van een kopje espresso. Het heeft alles van luxe hotel en ook hier zijn we weer verbaasd hoeveel personeel er rondloopt en allemaal in een keurig marine tenue. We lopen naar Barra, een wat luxere wijk, op de hoek van Salvador bij de vuurtoren. Deze is onderdeel van het maritiem museum en we nemen er een kijkje. Hier zien we nogmaals de Nederlandse maritieme invloed met zijn bezettingen en veldslagen. Stuivertje wisselen van land en eigendom tussen de Portugezen en oa. de Nederlanders. Ook de schepen met hun "comfort", de reistijd er naar toe en omstandigheden zijn gelukkig voor ons nu ook stukken beter en niet meer te vergelijken. We doen ook weer onze "populaire" tijdsbesteding shoppen. Die avond is er in het restaurant van de jachtclub live muziek en we besluiten vandaag zelf de slingers maar op te hangen en hier lekker te gaan eten.
Vrijdags moeten we weer het verplichte rondje uitklaren maken en alles loopt gesmeerd, behalve dat Niels bij de Port Captain, onderdeel van de Marine, wordt geweigerd. Hij heeft een korte broek aan! Het verhaal van lange broek is ons bekend, maar door het hele warme weer had Nelis zo iets van "het zal allemaal wel meevallen, dus niet!", met als gevolg dat Mar wel in haar (korte) rokje het terrein op mag en het in haar eentje kan klaren.
De 480 mijl naar Cabedelo verlopen met wisselende winden. De eerste dag zeilen we als een speer aan de wind, terwijl halve wind was "beloofd" en maken een record in daggemiddelde. De twee andere dagen worstelen we met halve en voor de windse koersen en soms net te weinig wind. Dit gedeelte van de kust komen veel vissers voor, die 's nachts met hun sleepnetten slecht te zien zijn. Gelukkig hebben we er weinig last van.
Cabedelo ligt aan de ingang van de rivier Paraiba, waar ook de provincie naar vernoemd is. Jacare, waar we naar toe willen ligt zo'n 5 mijl verder op deze rivier. We willen niet te vroeg aankomen ivm het getij en zo'n 20 mijl voor Cabedelo gaat het grootzeil naar beneden en varen we onder genua om de vaart eruit te halen.
We liggen nauwelijks afgemeerd bij de jachthaven of we hebben al een bruidspaar aan boord voor een fotosessie. Zo komen er dan toch nog hoge hakken aan boord van de UnWind. Ze zijn nog niet verdwenen en de volgende attractie komt langs gevaren. Twee tjokvolle dubbeldeks partyboten voorafgegaan door een kano met daarin een saxofonist. Het blijkt Junandy te zijn, een lokale bekendheid, die dagelijks tijdens zonsondergang de Bolero van Ravel speelt. Hij schijnt de publiekstrekker nummer 2 van deze regio te zijn en zelfs een website te hebben. Ik ben benieuwd wie er op nummer een staat.....
De volgende dag regent het pijpestelen, maar we zullen er toch doorheen moeten om in Cabedelo weer in te gaan klaren en besluiten dit toch maar met een taxi te doen. We worden gereden door Bernardo, die zich inmiddels heeft ontpopt als agent (in dit geval iemand, die het papierwerk voor je kan doen). De normale gang van zaken is eerst naar Immigratie en dan de Port Captain, maar we worden tot onze verbazing bij Customs gebracht, waar we helemaal niet moeten zijn! Wat er dan volgt, is een grote klucht. Volgens de man van Customs hoeven we ons nergens te melden, pas als we hier vertrekken. De twee praten als brugman in het Portugees en er komt, om de boel nog meer in de war te gooien, een Frans stel binnen die voor het land willen uitklaren en zich er ook mee gaan bemoeien. Nu praten er 4 man door elkaar en naar ons verhaal wordt al helemaal niet geluisterd. Aan de ene kant zijn we geirriteerd en aan de andere kant moeten we er ook wel om lachen. Tot op heden is er bij elke plaats waar we in of uitklaren wel een andere procedure. We besluiten om onze mond te houden en volgende week maar te zien waar het schip strandt. De hele taxirit was dus voor Jan L... We laten ons droppen in Intermares tegenover Jacare aan de kust. Een plaats met een chaotische architectuur en infrastructuur. Appartementblokken compleet individueel neergezet tussen oude vervallen huizen en de straten erom heen zijn zandpaden vol met plassen. Rondom zo'n complex ziet het er allemaal prachtig uit maar dan wel tot de eigen stoep. Er staat dan ook heel veel te koop, wat ons niet verbaast in deze bizarre omgeving. Het enige grote voordeel voor ons als cruisers is dat er 3 ruim gesorteerde supermarkten zijn, waar we groot gaan inslaan alvorens we naar Fernando de Noronha en daarna naar Frans Guyana vertrekken.
De klucht over het inklaren krijgt vervolg. We zijn op vrijdag in Joao Passoa, de grote stad 10 kilometer verderop als we een telefoontje krijgen van de jachthaven. Grote paniek daar, want we moeten ons toch melden bij de Port Captain, wat wij ook hadden gezegd, maar niet werd aangenomen. Kortom, hup in de taxi bij Bernado, die toch met het schaamrood op de kaken ons eerst naar de haven brengt om daar de bootpapieren op te halen en daarna door te rijden naar Cabedelo. Je begrijpt dat de sfeer niet erg positief was en hopelijk is dit ook een leer voor ons zelf om vast te houden aan wat we zelf weten!
Bij de jachthaven zijn de nodige Franse boten en hebben we leuke contacten. Dan hier eindelijk de eerste Nederlandse boot, die we hier in Brazilie tegenkomen. Zaterdags doen we weer een poging om Joao Passoa te zien. Op het grote plein is er live Samba muziek en er wordt volop gedanst, gezongen en feest gevierd. In een smal straatje is er een Cachaca kroeg met tientallen smaken van deze "schnaps" en het is er een drukte van belang. Er wordt nog gekker als er bij de buren een Raggae band gaat spelen. Helaas door de vele drank, wordt de sfeer wat grimmiger en gaan we op huis aan.
Ook doen we weer de nodige dingen aan de boot, het onderwaterschip wordt schoongemaakt door Rambo en de voorraad is weer aangevuld en weggestouwd. Inmiddels zijn we op maandag zonder problemen uitgeklaard en hebben vanaf dinsdag nog 3 dagen de tijd om het land te verlaten. Op de valreep gaan we zelf het feestgedruis van Junandy meemaken en blijven ons verbazen over de enorme hoeveelheid mensen, die hier dagelijks komen voor de zonsondergang en zijn getoeter. Ieder zijn meug!
Niels op wacht bij de Marine, maar mocht door zijn korte broek niet naar de Capitania do Portos
De Iate Clube da Bahia. Een 5 sterren "Jacht " club met alles erop en eraan voor de happy few, die het zich kunnen veroorloven om lid te zijn. Wij zijn gast en genieten van deze tijdelijke luxe.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten