Salvador ligt in de baai van de Allerheiligen, Baia de Todos os Santos en bestaat uit 3 delen. Je hebt het lagere stadsgedeelte "Cidade Baixa" met de haven en het commerciele deel. Het is niet het beste gebied en 's avond is het er uitgestorven. Het hoge gedeelte "Cidade Alta" met de oude kern "Pelourinho" genaamd en Barra. De laatste is het luxe residentiele gedeelte met haar stranden. Om in Pelo te komen pakt je de "Elevador Lacerda", die je in luttele secondes 60 meter hoger brengt. Je betaalt maar "liefst" R$ 0,15 (€0,07) om vervoerd te worden en daarbij is een "bell boy" inclusief. De arme man zit met zijn neus tegen een liftdeur aan te kijken en dit een hele dag lang, maar hij heeft wel een mobieltje met muziek als afleiding. Pelo is tevens het historische en artistieke gedeelte van Salvador, met zijn winkeltjes, restaurantjes, nachtleven en kerken. Kerken zijn er in overvloed, voor elke dag een, want er zijn er 365. Salvador heeft nog veel Afrikaanse invloeden, een verleden met slavenhandel, waaruit o.a. Candomble en Capoeira zijn ontstaan. Candomble is een religieuze rite en wordt op een heilige plaats gehouden om de God Exu te eren. Het gaat samen met muziek en 'n soort van brandewijn en tabak, wat de mensen in een trance brengt. Capoeira is meer openbaar en je ziet het op straten en pleinen. Het is een vechtsport, die de slaven gebruikten onder het mom van dansen.
De marina waar we liggen is recht tegenover de lift en de "Port Captain", wat onderdeel is van de Marine. We horen regelmatig de fluittonen voor het wisselen van de wacht en vlaghijsen. Geldt gelukkig niet meer voor ons.....en voelt wel relaxed.
's Avonds gaan we het oude gedeelte in, de straten zijn versierd met slingers en de kerken zijn er verlicht. Helaas door de vele buien mist het zijn gezelligheid en zijn we snel uitgekeken. We belanden bij een Afrikaans tentje Zulu! en zitten droog onder de parasol, tot dat de hemelsluizen serieus opengaan. We krijgen een bui, die de hele nacht zal aanhouden. Kortom, op een gegeven moment moeten we wel terug naar de boot en komen drijfnat aan. Zaterdag blijft het weer wisselvallig en houden we (lees Niels) er een klusdag op na. Diesel- en luchtfilters worden vervangen, olie en koelvloeistof ververst. Gelukkig is 's avonds het weer beter en is het een drukte van belang in Pelo. Volle terrassen, overal muziek en stalletjes met Bahiaanse lekkernijen. Ook deze keer worden we op de terugweg verrast door een dikke bui en krijgen we van hetzelfde laken een pak.
Zondag en maandag dan eindelijk de zon en zien we Salvador van zijn kleurrijke kant. We struinen Pelo af, bezoeken de markt van Sao Joaquim en doen "weer" boodschappen. Salvador grijpt ons niet zoals Rio. Is het door het weer, het geschud aan de steiger, het vuil op straat, de drukte van de stad met alles wat daarbij komt kijken, ik weet het niet. We hebben van vele zeilers het omgekeerde gelezen en gehoord, dus zo zie je maar iedereen beleeft het anders. We gooien op dinsdag de trossen los, er is een drijvend benzinestation achter het fort en toppen daar de tank met diesel op. We varen met een lekker lopend windje richting Itaparica, er staat een cake in de oven, dus straks eerst een bakkie leut.
Een laatste blik op Morro de Sao Paulo
Een van de vele stalletjes met Bahiaanse specialiteiten, Aracaje: een gefrituurd bol van bonenpuree. Deze wordt dan opengesneden en gevuld met salade en gedroogde garnalen. Erg lekker.
De Elevator Lacerda
Uitzicht van boven met de haven en het fort Sao Marcelo, als je heel goed kijkt zie je de UnWind.
Igreja Sao Franciso bij avond
Dezelfde kerk van binnen met zijn pracht en praal
De kleurrijke huizen in de straten van Salvador
Sunday lunch bij Musea de Gastronomic, waar een keur aan Bahiaans gerechten wordt geserveerd.
Overal in de straten de vlaggetjes geel en groen. Leuk om te zien, maar met wind is het een enorme herrie. De oplossing is gewoon de muziek nog harder zetten.....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten