25 & 26 augustus
Een laatste blik op Fernando de Noronha
Inmiddels staan er alweer 200 mijl op het log als we de tweede avond ingaan. De zondag verliep als een echte passaatdag. De wind kwam vanuit het oosten en blies in de uitgeboomde genua en grootzeil en varieerde van 10-18 knopen. Helaas mocht dit niet lang duren, wat we altijd wel in andermans verhalen lezen, en begon het in de avond en nacht gewoon te buien. De wind werd minder en minder en dan wordt het tenenkrommend. Doordat de boot geen snelheid meer heeft, vallen de zeilen in en dit gaat door merg en been. Het schavielt en het materiaal krijgt klap op klap. Dan is er maar een oplossing: zeilen neer en de motor aan. Nu heeft dit ook wel weer zijn positieve kanten, het bier en de wijn zijn in ieder geval koud (niet dat we daar weer veel aan hebben, aangezien we op zee niet drinken). Het belangrijkste is dat de accu's weer worden opgeladen, want we hebben de nodige apparatuur en comfort dingen, die aan dit infuus hangen.
Nu werkt dit weer -geen wind, geslinger en weinig slaap- ook op ons humeur en hebben dan beiden een kort lontje en dus zijn er regelmatig ontploffingen... We bakkeleie lekker een halfuur, waar we tegen elkaar aan zeiken. Niet gezellig, maar het klaart de lucht, alleen nu ook buiten nog aub. Als morele ondersteuning maakt Mar een patatje (ovenfriet) speciaal, ook dit gaat niet echt geweldig, want door het geschommel komt de helft naast de bakplaat en uit de oven zeilen. Nu kan je bij ons van de vloer eten, dus alles gaat gewoon op het bord saus erbij en smullen maar.
Aan het begin van de middag trekt de wind aan en kan de motor uit. Bij het afzetten van de nodige apparatuur, horen we opeens dat de waterpomp blijft draaien, terwijl er geen kraan openstaat. We constateren dat de stuurboord tank kompleet leeg is. Na wat speurwerk van Niels blijkt dat de douche slang in de garage is losgeraakt. Al het water (300 liter) is hier ingestroomd. Het klotst als een gek door de behoorlijke zeegang en de bijboot drijft bij wijze van spreken rond in zoet water! Dat wordt lenspompen...... Nu is het Murphy's Law, alles komt tegelijk. De wind trekt nog meer aan door een achterop komende dikke bui, wat ook weer zoetwater betekent en dat hebben we nu dus wel nodig. We laten het hozen voor wat het is. We hebben een rif in het grootzeil zitten en als we de giek aan het uiteinde optrekken, wordt het zeil onze watergoot. Op deze manier staan we samen bij de mast in de stromende regen en aantrekkende wind, maar we vangen wel zo'n 150 liter water op. Het is net "Spel zonder Grenzen". Het opgevangen water moet nu via een trechter - op een hellende en stampende boot- in de vulopening bij de zeereling worden gegoten. Nu had Niels ook zijn hengel uitstaan ( al 2 dagen hoor...) en we horen de molen als een gek uitlopen. Beet!, maar geen tijd om te handelen. Niels stopt ondertussen wel de ratelende molen op de hengel. Het moet een flinke vis geweest zijn, want de lijn staat snaarstrak en hij of zij blijft trekken. Uiteindelijk als we klaar zijn met het watergebeuren, pakt Niels de hengel, maar Helaas mag het weer niet zo zijn en breekt de lijn. Daar gaat onze denkbeeldige tonijn. Daag sushi, sashimi en steaks, maar we blijven hopen op betere tijden. Na ruim 3 uur zijn we klaar, zit de douche slang weer vast aan de boiler en hebben we al het water uit de garage overboord gepompt en deels in jerrycans opgevangen. In ieder geval kunnen we dit weer gebruiken als afwaswater. We moeten nog wel zo'n 14 dagen "overleven". Het avondeten ging er in ieder geval in als Ketellapper. Niels probeert na het eten als eerste te slapen en Mar haar wacht is er een met wind en buien, maar in ieder geval zeilen we weer.
Om terug te komen op het waterverhaal, aan boord hebben we aan stuur- en bakboordkant elk een tank van 350 liter, totaal 700. Daarnaast hebben we nog in losse jerrycans zo'n 150 liter. Eigenlijk geen paniek, maar water is een kostbaar goed waar je op een boot zuinig mee moet omgaan en het spel zonder grenzen was ook wel heel komisch voor de toeschouwers, die niet erg dik gezaaid zijn midden op de oceaan.
27, 28 & 29 augustus
"What a difference a day make....". Zo kan ik voor elke dag wel een liedje verzinnen. De zon schijnt, schapewolkjes hangen in de lucht. De nacht is rustig verlopen, de wind is constant en de natte spullen hangen te drogen aan de reling. Andre Hazes komt via de Ipod langs met zijn bekende sores, het terras gaat open en wij nemen een lekker bakkie koffie onder de tropenzon. Zo kan het ook.
Het weer is vandaag erg onstabiel. Zo hebben we de zon en een uur later betrekt het en komen de buien. De nachten zijn gelukkig constanter met een windrichting varierend van 65 tot 100 graden. We hebben tijdens de nacht 2 gevleugelde opstappers, die na te zijn uitgerust en een beetje te hebben rondgehangen op het reddingsvlot weer vertrekken en ons met de shit laten zitten. Een enkele tanker passeert in de nacht met verre bestemmingen, waarvan wij sommigen ook zullen aandoen. We zijn weer een ronde verder gekomen in het "Spel zonder Grenzen" en we zitten nu op 225 liter. Nog even en we hebben de finale bereikt. We zaten te dubben of we een watermaker zouden aanschaffen in Trinidad, maar twijfelen of het nu nodig is. De hondenvoerbakken zijn inmiddels weer tevoorschijn gehaald met daarin vandaag, jawel, Hollandse kost, wat op culinaire wijze wordt gepresenteerd. Het voorkomt in ieder geval dat de gehaktballen en appelmoes de kuip rondvliegen.
Regelmatig zien we vliegende vissen als kleine straaljagers over het water gaan, wie weet wat eronder hen zwemt en opjaagt? Het zit in ieder geval niet aan Niels zijn hengel......
Over straaljagers gesproken, via kennissen, die nu met hun catamaran in Cayenne, Frans Guyana liggen, wordt vandaag, donderdag, om 17.30 een Ariane racket afgevuurd vanaf Kourou. We gaan de tijd in de gaten houden en zijn benieuwd of we wat zullen gaan zien. Niets dus, toch te ver weg.
We gooien het voorzeil over de andere boeg. We proberen een andere taktiek: nu beide zeilen aan dezelfde kant. De UnWind ligt nu met deze iets minder ruime voordewindse koers wat stabieler. We hebben door de steeds andere winden plus de deining, nog steeds niet de meest ideale voordewindse zeilstand/combinatie voor de UnWind gevonden.
"The girl of Ipanema" van Astrud Gilberto klinkt over de luidspeakers, terwijl Mar de binnenkant van de boot poets. We krijgen vandaag nl. hoog bezoek! We naderen dit etmaal de evenaar en gaan dan over naar het noordelijk halfrond. De Braziliaanse assistent van Neptunes klopt al vroeg aan en komt via de trap achter op de boot aan boord. Zijn werktijden zijn wat anders dan van de oude baas, die te druk is om zelf te komen. Zodoende wordt Mar op voorhand gedoopt. Voor degene, die dit gebruik niet kennen het volgende: Als je de evenaar per schip passeert, komt Neptunes aan boord en je vraagt hem om zijn zegen om zijn wereldzeeen te mogen bevaren, waarna hij - na goedkeuring - de bemanning doopt. Alleen degenen, die zelf de evenaar al zijn gepasseerd, mogen dit doen. Als groentje moet je een glas, het liefst Ketel 1 jenever en/of zeewater drinken en word je beschouwd als een echte zeebonk. Mar is dus vanaf nu ook zeebonk.
Onze "Nep"tunes.
Het is wachten, wachten en wachten, net als op Oudjaarsavond, maar dan zonder Joep en flappen, terwijl we de positie in de gaten blijven houden. Net voor twaalfen zien we op de GPS de cijfers naar ooo.oo.oo gaan en de letter Z gaat over in N. We krijgen het niet voor elkaar om een foto te maken op het juiste moment en zodoende passeren we 2 x de evenaar voor het beste resultaat. We zitten voor ons weer op "bekend" terrein, zijn van de winter in de zomer beland, daar waar een hogedrukgebied rechtsom gaat en de sterrenbeelden vertrouwd zijn. We toasten met een G&T op deze mijlpaal en proberen een foto van onszelf te maken, waar we ontzettend de slappe lach van krijgen als we het resultaat zien. Mar helemaal verkreukelt van de slaap en Niels lijkt alsof hij een enorm vals kunstgebit in heeft a la Austin Power. Het zal de drank wel zijn....
Zelfs bij poging nummer 2 blijft het moeilijk om een scherpe foto te maken.
De schipper en zijn zeebonk, je moet er even bijblijven voor het beste resultaat.
30 & 31 augustus
Onze voorliggende koers is 303 graden en met een wind van achterlijk dan dwars, met 18 tot 22 knopen, zijn we in de vroege nacht voor een paar uur lang zelf die straaljager. Op piekmomenten loopt de UnWind af en toe 11.5 knoop op de GPS (snelheid over de grond) en Niels blijft wat langer op om de zeilen en de boot in de gaten te houden. Elke dag zetten we om 12.00 uur onze positie in de papieren kaart en het blijkt dat we 185 mijl hebben afgelegd in 24 uur. Een dagrecord tot nu toe voor de UnWind.
Met een verward veren koppie zit er weer een nieuwe opstapper op de zeereling. Hij ziet eruit alsof hij de hele nacht heeft doorgezakt en lift een paar uur met ons mee. We voelen met hem mee gezien het weer en zetten de meter af. Vooruit, een gratis rit maar weer.
Onze gevederde opstapper.
In het gedeelte waar we nu varen, moet de zg. Guyana stroming gaan lopen. Het lijkt erop dat we hem hebben gevonden, want later op de dag wanneer de wind inzakt krijgen we toch een duwtje in de rug van 2.5 knoop, dus dat maakt het nog een beetje goed.
De passaatwind blijft doorstaan, alleen de snelheid loopt op de zaterdag terug naar 7 knopen. We halen het oranje monster uit de ankerbak. Het zal de eerste keer weer zijn, na reparatie op Ilhabela, dat het zeil weer gebruikt gaat worden. Na veel vijven en zessen staat hij weer fier voor de boeg. Dit keer zullen we het record niet verbeteren, maar de boot ligt rustig en de stroming blijft met 2,5-3 knoop doorstaan. Toch blijkt bij het zetten van de positie, dat we weer 180 mijl hebben afgelegd. Het grote verschil alleen: de vorige keer was door wind veroorzaakt en nu louter dat we ruim 3 knopen stroom mee hebben.
1, 2 & 3 september
Vannacht hebben we een school dolfijnen voor de boeg. Geweldig! Het lijken fluoriserende torpedo's en ze blijven voor een paar uur mee zwemmen. De wind valt om 04.00 helemaal weg en blijft zelf de spinaker niet meer vol. Tijdens het wisselen van de wacht wordt het zeil ingerold en gaat de motor aan.
Gelukkig trekt de wind In de morgen net voldoende aan en kan de spinaker weer ophoog. Deze brengt ons langzaam verder westwaarts. Met de dag wordt het warmer en we houden ons koest in de schaduw van de bimini.
De kleur van het water is veranderd van donkerblauw in olijfgroen, waarschijnlijk door de invloed van de Amazonerivier, die tot 150 mijl ver de zee in kan stromen. Er zitten rare stroomkronkels in, die tegengesteld zijn dan de heersende deining.
De wind blijft een spelletje met ons spelen en tegen alle verwachtingen in, krijgen we in een keer aan het eind van de middag meer wind uit het noordoosten. Zodoende varen we met een spinaker een aandewindse koers, moeten we afvallen, spinaker inrollen, motor starten, kop in de wind, grootzeil hijsen, afvallen, motor uit, genua eruit, zeilen trimmen, dan nog alle lijnen op bossen en Klaar is Kees. Zeilcursus in het kort!
De maandag hebben we van hetzelfde laken een pak en wisselen we zeilen met motoren af. Het maakt voor ons niet veel uit, als we te snel gaan, komen we weer in de nacht aan. Voor de verandering willen we nu eens met daglicht aankomen.
Aan het eind van de middag hebben we weer dolfijnen voor de boeg en dit keer kunnen we foto's maken en passeren de grens van Brazilie en Frans Guyana. Nog 1 nacht te gaan.
Op dinsdagochtend 3 september komen we aan bij de eilandengroep Iles du Salut voor de kust van Frans Guyana. De groep bestaat uit 3 eilanden: Ile Royale, Ile Saint-Joseph en het beruchte Ile du Diable. Het anker valt ten zuiden in baai des Cocotiers van Ile Royale. Het zijn tropische eilanden en niet sinister en duister, wat je bij de naam Ile du Diable zou denken!
Iles du Salut, ook wel Salvation Islands genoemd.