Met de stroom in de kont zijn we ruim 3 uur later weer bij de monding van de Surinamerivier en koersen we richting open zee. We moeten echter toch nog snel de kiel ophalen in de vaargeul, want de dieptemeter dropt snel naar 3,5 meter. Er staat een lekkere wind en gaan we het eerste stuk aan de wind richting Tobago, een tocht van zo'n 475 zeemijl. We klokken een etmaal later 185 mijl op de teller en als het zo doorgaat berekenen we, zijn we er binnen een "poep en een scheet"! Mooi niet dus. Op zaterdagmiddag laat de wind ons in de steek en moeten we het doen met 3 knopen wind. Dit schiet dus helemaal niet op en gaat de motor bij.
Sinds Suriname hebben we een probleem met de generator. Het zg. vliegwiel voor de waterpomp is compleet uitgesleten en nadat Niels contact heeft gehad met Cummins, wordt ons beloofd het onderdeel te vervangen. Gevalletje garantie! Hun plan is om iemand van Trinidad naar Suriname te laten vliegen om dan het onderdeel te vervangen!! Niels stelt voor dat het onderdeel wordt opgestuurd en dan zelf te installeren, hij heeft het er tenslotte ook uit moeten halen, maar dit wordt weggewuifd. Al met al zijn alle vluchten vol en nu is het plan dat het op Tobago wordt geregeld.
Inmiddels is het bruine water veranderd in diepgroene kleur en dagelijks hebben we bezoek van dolfijnen. Het is warm en zweterig, maar we koelen af met zeewater. De nachten zijn vol met sterren en als we dichterbij Tobago komen we in de scheepvaartroute en wordt het ook drukker met de grote schepen. Iets meer opletten dus. De wind trekt aan en we gaan weer als een speer. We rekenen uit dat we in ieder geval overdag aan komen. Het gaat echter zo snel dat we al op maandagochtend het groene eiland in de verte zien liggen: "land in zicht".... We willen naar Charlotteville en om hier te komen kun je boven langs de Melville Islands of je neemt de zg. "short cut". Je vaart dan tussen Tobago met Pointed Rock als uitstupsel en de Melville en St. Giles islands. We gaan voor het laatste. Het blijft altijd spannend, wat doet de stroming, drift, wind en .......rotsen. Alles verloopt prima en met een gecontroleerde gijp, maken we de laatste slag en zeilen we naar de "Man of War Bay". Hier aan ligt het plaatsje Charlotteville en valt het anker in 16 meter diep water. We zien de Skoiern (Franse boot, die we in Brazilie en Suriname ook zijn tegengekomen) weer.
Nu is het zaak om ons binnen 2 uur te melden bij de authoriteiten. Zo heeft elk land zijn regels en zullen we ons daar aan moeten schikken. Inmiddels zijn we een geolied team bij aankomst en is alles zo aan de kant en bijboot weer in het water. Haren in de plooi en met lange broek staan we even later weer zwaaiend op de wal. Het inklaren kost hier geld, maar dat trek je ook hier uit de muur. Alles zit lekker dicht bij elkaar, wat kan het leven soms eenvoudig zijn.
Inmiddels is het alweer dinsdag, klokje rondgeslapen en wat we voor de rest gaan doen moeten we nog uitzoeken. Een ding is zeker, we nemen voor het eerst een duik in the Caribbean Sea!
De Tobago/Trinidad Pilot beschrijft de passage noord van Tobago als volgt: "There is plenty of water between St.Giles Islands and Pointed Rock, but the presence of a nasty sunken rock in the middle of the fairly narrow channel makes it challenging".
Het was zeker uitdagend en we kregen ook een flinke swieper van achter, maar uiteindelijk goed te doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten