zaterdag 28 september 2013

Zweet, Zadelpijn en Zilte wereld

We liggen nog steeds op de Surinamerivier en we worden bijna dorpsgenoten van Domburg. Vrijwel elke doordeweekse avond drinken we met enkele hier gevestigde Nederlanders en mede cruisers een Parbo biertje. 
We krijgen incognito, vermomd met haarkapje en oranje jas, een rondleiding bij de "vissers". Dit zijn Nederlanders, die hier 5 Hollandse kotters hebben varen en de gevangen vis naar diverse landen exporteren. Zo maken ze voor de Japanse markt Surimi. Het is erg leuk om te zien wat er met de 'Wit Wittie' (de vis die gebruikt wordt) gebeurd en het hele proces van vis tot eindproduct te volgen en te proeven.
Een enthousiaste Nederlandse ondernemer is hier uit hobby een marina in spe begonnen met diverse faciliteiten voor de passerende zeilers. Het is een uitstekende lokatie zo aan het water en er worden tips en ervaringen gedeeld. Ook wordt er natuurlijk over Nederland en Suriname geroddeld, zoals we dat in Zuid Afrika ook doen. Alle aspecten zoals de politiek, criminaliteit, culturele verschillen, het Koningshuis en Prinsjesdag passeren de revue. 
Afgelopen dindag zijn er 12 boeien in de rivier gedropt, waar je met je boot aan kunt liggen. Dit is een hele verbetering, omdat het hier behoorlijk kan stromen en er al een paar boten van het anker zijn afgeslagen en op drift zijn geraakt. Het is ook fijn wanneer je voor enkele dagen weggaat of zoals sommigen teruggaan naar Nederland. 


De boeien worden gelegd in de rivier. Op de achtergrond onder het blauwe dak, zitten we dagelijks aan de borrel.

                      

De boeien bestaan uit een blok beton aan een staaldraad en ketting. Een hele verbetering.

We hebben voor een week fietsen gehuurd en via Paramaribo de rivier overgestoken met een korjaal. Je belandt dan in het district Commewijne, waar de bevolking voor een groot deel van Javaanse of Hindoestaanse afkomst is. Het is leuk om zo de verschillen in cultuur te zien. Zo zijn de erfen van de Javaan vol met planten en bloemen en de Hindoestaan heeft een aangeharkt erf met vaandels aan bamboestokken. Commewijne district heeft het fort Nieuw Amsterdam en de voormalige koffieplantages. Het landschap zelf is net Nederland met zijn polderweggetjes, alleen er zijn een paar grote verschillen: fietsen aan de linkerkant, temperatuur dik boven de 30 graden en geen knotwilgen, maar bananenbomen langs de kant van de weg. 
Ook fietsen we verder het district Para in, waar Domburg in ligt. Al met al fietsen we elke keer dik 60 km, dus eindelijk weer eens het luie en vele zweet eruit fietsen en dit gaat heeeel gemakkelijk met deze temperaturen. 

  
De opening aan de overkant is de ingang vanuit zee naar de Commewijne rivier en de Suriname rivier


We steken met onze fietsen op een traditionele korjaal de Suriname rivier over


Als een echte kaaskop op de fiets.

Eerst wilden we nog een paar dagen de jungle in, maar hebben daar van afgezien. Na wat meer informatie te hebben ingewonnen en onze tocht naar Brownsberg realiseren we ons dat waar we zelf wonen ook prachtig bos (jungle, zoals ze dat hier noemen) is en we onder een waterval kunnen staan. De tours zijn vaak erg commercieel, maar komende met vakantie vanuit Nederland is het natuurlijk wel een avontuurlijke trip. Ook vonden we de prijs die ze voor een 4 daagse tocht rekenen een beetje buiten proporties. Overigens zijn de blanke toeristen die je hier ziet vrijwel uitsluitend Nederlanders.
We genieten hier ook nog steeds van de Nederlandse producten en hebben ook aardig wat voorraad ingeslagen voor nu en de komende tijd. Wellicht op St. Maarten en bij de ABC eilanden zal dit nog kunnen, maar daarna is het over. 

Een beetje laat, maar we staan met een artikel in het Nederlands digitale tijdschrift de Zilte Wereld! De directe link is www.ziltmagazine.com en het editienummer is 89, pagina 125.



Kaapstad, daar waar het ooit begon.

dinsdag 17 september 2013

City life of Domburg

Op het moment is het met de boot tobbedansen op de Surinamerivier. Er staat een hoop wind en dit samen met de tegenover gestelde stroming maakt dat elke boot als een drol in een pispot rondgaat. Op de 10 meter diepe ankerplek heeft elke boot gemiddeld 50 a 60 meter ketting uitstaan en dit houdt in dat je draaicirkel erg groot is. Helemaal met de kentering is het op sommige momenten net alsof je naar elkaar toevaart en zo lig je voor je gevoel weer midden op de rivier. 
Inmiddels is het dorp Domburg alweer een week onze woonplaats en kennen we de "klappen van de lokale zweep". Zo valt er standaard een bui aan het einde van de middag, is de gemiddelde temperatuur overdag 33 graden, is Parbo bier de nationale drank en zijn parkietjes de grote liefde van de mannelijke Surinamer. City life hier bestaat uit 3 Chinese supermarkten, 2 groente stallen, politiebureau, een dokter, benzinepomp, ATM, internet cafe en het zg. Waterfront van zo'n 30 meter waar alles gebeurt. In het weekeinde is het een drukte van belang met de lokale bevolking, die hier komt uitwaaien. Er zijn diverse Javaanse warungs (eetcafes), waar je lekker nasi, bami en andere dingen kunt eten. Er is ook patat, Mora kroketten en bitterballen, wat een feest! De mensen zijn ontzettend vriendelijk en altijd in voor een praatje en ja, lekker in het Nederlands!


Plantage Laarwijk, aan de overkant van het water van Domburg, met een traditionale Korjaal op de achtergrond

                 

Warung "Domburg", op dit moment onze favoriet. We eten er nasi goreng, zoute soep (saoto) en het roze goedje is dawet ( Javaanse drankje op kokos basis).

Doordeweeks vind je aan het eind van de dag een groep Nederlanders, een bonte mix van zeilers, ex-zeilers en bakra's (andere naam voor Nederlanders), die hier aan land wonen. De een is blijven hangen na een zeilend leven en anderen hebben nog lopende bedrijven of zijn met (vervroegd) pensioen.
Een van de Nederlanders heeft het initiatief opgepakt om hier een kleine marina ( Huibs Habour) te maken. Inmiddels is er een overkapping met terras gemaakt, toiletgebouw is in aanbouw en een drijvend ponton voor de bijboten zit in een container, die onderweg vanuit Nederland is. Nu had het op 1 september al klaar moeten zijn, maar hier duurt het allemaal wat langer. Het zal een hele verbetering zijn, want op het moment is het armoe zonder dit soort luxe. We douchen wel aan boord, maar met 'min min' water, aangezien je het zelf met je jerrytanken weer moet aanvullen. Het water halen is bij een klein kraantje, waar de druk niet al te hoog is, dus duurt het even. We hebben geen klachtes, want er is tenminste water...  Het plan is om volgende week mooring boeien uit te zetten.  

Inmiddels ook Paramaribo in vogelvlucht bezocht. We krijgen samen met een Spanjaard en een Frans echtpaar, die ook in de rivier liggen een lift van Mieke. Zij woont met haar man op een motorboot en is een echte ambassadeur voor Suriname. De een moest stempelen en de anderen uitchecken bij de Vreemdelingen Politie. Al het officiele gebeuren gaat hier gemoedelijk en we zijn snel klaar. We hebben sinds tijden een echte tompouce bij de koffie en worden door Mieke de stad doorgereden. Zo zien we een Blokker en andere bekende winkels. Alle grote supermarkten zijn eigendom van de Chinezen, maar ze hebben wel Hollandse spullen. We hebben een kar vol snaai: roze- en gevulde koeken, ontbijtkoek, beschuit en er is volop keuze uit vleeswaren en echt bruin brood. Een keer raden wat er die avond op het menu staat. Rundervinken, bloemkool en aardappelen. 

Doordat ik niet zo snel ben met deze blog zijn we ondertussen al een tweede keer naar Paramaribo geweest. Nu om de toerist uit te hangen. We zien "het witte huis" waar Desi Bouterse woont, deze kijkt uit over de Surinamerivier. Dit schijnt ook de reden te zijn, dat er geen jachten meer op deze plek in de Surinamerivier mogen liggen, want meneer de President schijnt niet zo van de Nederlandse vlag te houden...... Het centrum is werelderfgoed, maar er moet nog een hoop gebeuren. Suriname is door het roemruchte verleden een grote smeltkroes van verschillende culturen. De vele geloven gaan prima samen, zo zie je in de Keizerstraat een moskee met als buren een Joodse synagoge. 

                           

Het centrum van Paramaribo met zijn traditionele huizen is UNESCO werelderfgoed.


Heeft nog een likje verf nodig, maar dan zal het resultaat weer prachtig zijn.

                            

Koningin Wilhelmina voor het Fort Zeelandia. Het fort heeft een roerig verleden achter zich, met als de meest recente gebeurtenis de decembermoorden.


De Surinamerivier met in de verte de Wijdenboschbrug 

We bezoeken Brownsberg, dit is een natuurgebied zo'n 3 uur rijden vanaf Paramaribo. Je rijdt via de "high way" door de districten Para en Brokopondo om er te komen. Onderweg passeren we het sportcomplex van Clarence Seedorf. Door dit initiatief hoopt hij de jonge generatie voetballers te motiveren en een kans te geven. In het gebied waar we rijden wordt ook nog naar goud gezocht. Ze gebruiken hier kwik voor, dus helaas niet de meest milieuvriendelijk manier. 
Vanaf de berg zie je het Brokopondo stuwmeer, wat in de jaren 60 is aangelegd. Hierdoor kwamen de Marrondorpen -gelegen in het dal- onderwater te liggen. Voor deze bevolking werden dan weer op de hoger gelegen oevers dorpjes gebouwd. In het meer wat ontstond, vind je nog steeds deels intacte houten gebouwen.


De dorpjes, die verplaatst zijn naar hoger gelegen delen. 

Het gebied lijkt qua begroeiing op Brazilie en Zuid Afrika. We horen in de tropische bossen de brulapen en de baardsaki's. De vogel, met als bijnaam "de bospolitie", ik ben de Latijnse naam vergeten, waarschuwt de rest van de vogels als we in de bossen richting de Leo Val (waterval) lopen. Het is heerlijk om -net als in de ouderwetse "FA" reclame- onder de stralen van de waterval te staan. Onze gids Boykie (zo heet onze kat thuis ook....) weet met veel humor een hoop te vertellen.


Het Brokopondomeer, ook wel W.J. van Blommesteinmeer, op de achtergrond.








    

    

zondag 8 september 2013

Op pad naar Suriname

Terwijl de "kleurenradio" Zon, 107.5 FM, ons vertelt, dat het elke zaterdag een feestdag is, liggen we voor anker bij Domburg in de Surinamerivier. Het is lekker om Nederlands over de speakers te horen. Inmiddels hebben we de eerste krentenbollen alweer op, is er speculaas bij de koffie en ligt er oude kaas in de koelkast. We zijn en blijven kaaskoppen, zelfs na 11 jaar verblijf in ZA.
De overtocht van Iles du Salut naar Suriname was een zogenaamde 'korte' tocht en deze vallen ons altijd tegen. De wind was minder dan voorspeld, dus de planning die we gemaakt hadden kwam niet uit. De wind komt pal vanachter, dus we moeten met de asymetrische spinaker en de koers spelen om de vaart erin te houden. Desondanks moeten we de motor zo nu en dan bijzetten om op tijd bij de monding van de Surinamerivier te zijn. 
Het wil ook maar niet lukken met het vissen van Niels. Om toch nog voor Suriname te kunnen Bloggen, dat hij eindelijk wat heeft gevangen, gooit hij en de hengel en een klos met lijn eruit. Door het afkruisen met de spi -waardoor de koers van stuurboord naar bakboord gaat- zijn de lijnen door elkaar gegaan. Zo zijn we lekker een tijdje zoet om het boeltje te ontwarren. Niels houdt het voorgezien, stopt de hengel in de houder en deze komt er voorlopig niet meer uit. Tot op heden is het tussen Niels en vissen nog steeds geen liefde. 
Het is een prachtige nacht vol met sterren, maar ook met vissersbootjes, waar we al slalommend omheen moeten. Het is altijd een extra stress factor, aangezien je geen idee hebt waar en hoe hun netten liggen. Dan neem je maar een ruime marge en is het "op goed geluk". Ook lezen we voor vertrek nog een verhaal van een Engels echtpaar over vermeende piraterij voor de kust van Suriname. We weten echter ook dat velen deze route zonder problemen hebben gedaan, maar we varen die nacht toch zonder verlichting en houden elke visser nog iets meer in de gaten. 
De kust voor Frans Guyana en Suriname is ondiep tot wel 10 a 15 mijl ver in zee en samen met de modder vanuit het Amazonegebied kleurt het water bruin. De aanloop naar de monding van de Surinamerivier duurt voor ons gevoel uren en de stroom die dwars op de aanloop zal staan -waardoor we naar een kant worden weggezet- doet ons besluiten om een stuk af te steken. Dit leek een goed plan, totdat we vlak voor de kust een heel gebied met prikken (stokken met visnetten) tegenkomen en we zodoende toch weer moeten afbuigen richting de officiele betonning. Voor de zekerheid trekken we de kiel omhoog, zodat we wat minder diepgang hebben en zijn al lang blij dat we deze aanloop niet 's nachts hoeven te doen. We weten dat vanaf 13hr30 de stroom in de Surinamerivier begint mee te lopen en wanneer we er met 2 uurtjes vertraging om 15hr30 aankomen, hebben we een dikke 3,5 knoop stroom in de kont en dat schiet lekker op. We lopen daarmee een dikke 8 knopen over de grond. De betonning is prima te volgen, dus de navigatie is eenvoudig. Onze grootste zorg is meer dat we niets in de schroef krijgen, want er drijft genoeg aan takken en complete boomstammen. De dieptemeter raakt door het modderige water ook van slag en gaat in alarm, maar gelukkig hebben we nog een andere bron. De rivier splitst zich iets verderop in de Commewijnerivier, maar wij gaan naar rechts en vervolgen de Surinamerivier richting Paramaribo. Via de marifoon melden we ons bij MAS (Maritieme Authoriteit Suriname), waar we in keurig Nederlands te woord worden gestaan. Mar heet in een keer weer Mevrouw. Het blijkt alleen dat er voor Paramaribo niet meer geankerd mag worden, dus moeten we verder naar Domburg een kleine 8 mijl stroomopwaarts. We varen samen op met de grote zeevaart, over de soms smalle rivier en zien namen als Nieuw Amsterdam, Voorburg, Dordrecht en tenslotte Domburg in de digitale kaart staan. Het doet ons direct denken aan Zuid Afrika met die Nederlandse invloed en namen. Net voor de donkerte invalt en een imposante bui ons dreigt te bedekken valt het anker in de snel stromende rivier. We zijn moe, maar blij dat we er zijn. We plannen om hier wat langer te blijven, waardoor we niet bij aankomst alweer moeten nadenken over het vertrek. Na het eten en een aankomst-neut gaat het licht letterlijk en figuurlijk snel uit.


Een warm welkom bij de monding van de Surinamerivier. Het is er ondiep en het water is vermengd met zand en modder.


We zijn aangekomen in Domburg en laten het anker net voor zonsondergang vallen.





zaterdag 7 september 2013

Iles du Salut

Het worden 2 relaxte dagen en we genieten direct bij aankomst van alles wat het te bieden heeft. 
De 3 kleine tropische eilanden vol met kokospalmen, zo'n 7 mijl uit de kust van Frans Guyana waren in het verleden strafkolonies. Er schijnen zo'n 70.000 mensen te hebben vastgezeten tussen 1887 en 1938. Om er een sinister tintje aan te geven werden de eilanden ook Duivels Eiland genoemd. Naar de memoires van Rene Belbenoit -die 5 keer probeerde te ontsnappen en de laatste keer ook succesvol was- is de film "Papillon" gemaakt. 
Tegenwoordig zijn de bewoners hagedissen, Agouties ( het lijkt op een marmot op hoge pootjes, 'n soort van Zuid Afrikaans Dassie) en hanen. Dat laatste kan ook niet anders met de Franse achtergrond. 
Vandaag de dag is het Frans erfgoed en wordt er gewerkt aan de renovatie van de gebouwen. Op een of andere manier is het er verzorgd, zonder dat het nu direct geexploiteerd wordt en commercieel overkomt. Dagelijks komt er een catamaran vanuit Kourou met wat dagjesmensen en/of hotelgasten.
Op Ile Saint Joseph vind je de oude graven van het personeel en hun familie. Ile du Diable kan niet bezocht worden en zien we alleen op afstand. Ile Royale heeft naast de oude gebouwen nu ook een hotel "Auberge de Ile" en dus ook een keuken. Het is eenvoudig, maar we smullen van de vissoep met rouille, verse vis en creme brulee en een lekkere rose uit de Cote du Provence. De pluizige hotelkat is helemaal verliefd op Niels zijn schoenen, geen idee waarom......Het is heerlijk om ver weg toch een stukje Frankrijk te vinden. Vive la France! Helaas is het menu de volgende dag nagenoeg hetzelfde en eten we lekker thuis, Mar maakt tapas en hebben we een prachtige zonsondergang in de baai voor anker.


             Uitzicht vanaf Ile Saint Joseph. Links Ile Royale en rechts Ile du Diable.

  
De grafzerken van de staf op Ile Saint Joseph. De gevangenen zelf werden aan de haaien gevoerd.

     
            Een van de vele gebouwen rijp voor renovatie, maar zo heeft het ook wel wat.

                             
               
                De Fransen hebben de eilanden gekuist en rondom paden aangelegd.
                     

 Een van de vele Agouties. Ze zijn niet echt moeders mooiste, maar wel schattig om te zien.


             Uitzicht op Ile du Diable met "Pluisje", de hotelkater aan onze voeten.


        Coupe de foudre, zo heeft ieder zijn voorliefde......









 

Passage naar Iles du Salut, Frans Guyana.

25 & 26 augustus


                                    Een laatste blik op Fernando de Noronha

Inmiddels staan er alweer 200 mijl op het log als we de tweede avond ingaan. De zondag verliep als een echte passaatdag. De wind kwam vanuit het oosten en blies in de uitgeboomde genua en grootzeil en varieerde van 10-18 knopen. Helaas mocht dit niet lang duren, wat we altijd wel in andermans verhalen lezen, en begon het in de avond en nacht gewoon te buien. De wind werd minder en minder en dan wordt het tenenkrommend. Doordat de boot geen snelheid meer heeft, vallen de zeilen in en dit gaat door merg en been. Het schavielt en het materiaal krijgt klap op klap. Dan is er maar een oplossing: zeilen neer en de motor aan. Nu heeft dit ook wel weer zijn positieve kanten, het bier en de wijn zijn in ieder geval koud (niet dat we daar weer veel aan hebben, aangezien we op zee niet drinken). Het belangrijkste is dat de accu's weer worden opgeladen, want we hebben de nodige apparatuur en comfort dingen, die aan dit infuus hangen.
Nu werkt dit weer -geen wind, geslinger en weinig slaap- ook op ons humeur en hebben dan beiden een kort lontje en dus zijn er regelmatig ontploffingen... We bakkeleie lekker een halfuur, waar we tegen elkaar aan zeiken. Niet gezellig, maar het klaart de lucht, alleen nu ook buiten nog aub. Als morele ondersteuning maakt Mar een patatje (ovenfriet) speciaal, ook dit gaat niet echt geweldig, want door het geschommel komt de helft naast de bakplaat en uit de oven zeilen. Nu kan je bij ons van de vloer eten, dus alles gaat gewoon op het bord saus erbij en smullen maar.
Aan het begin van de middag trekt de wind aan en kan de motor uit. Bij het afzetten van de nodige apparatuur, horen we opeens dat de waterpomp blijft draaien, terwijl er geen kraan openstaat. We constateren dat de stuurboord tank kompleet leeg is. Na wat speurwerk van Niels blijkt dat de douche slang in de garage is losgeraakt. Al het water (300 liter) is hier ingestroomd. Het klotst als een gek door de behoorlijke zeegang en de bijboot drijft bij wijze van spreken rond in zoet water! Dat wordt lenspompen...... Nu is het Murphy's Law, alles komt tegelijk. De wind trekt nog meer aan door een achterop komende dikke bui, wat ook weer zoetwater betekent en dat hebben we nu dus wel nodig. We laten het hozen voor wat het is. We hebben een rif in het grootzeil zitten en als we de giek aan het uiteinde optrekken, wordt het zeil onze watergoot. Op deze manier staan we samen bij de mast in de stromende regen en aantrekkende wind, maar we vangen wel zo'n 150 liter water op. Het is net "Spel zonder Grenzen". Het opgevangen water moet nu via een trechter - op een hellende en stampende boot- in de vulopening bij de zeereling worden gegoten. Nu had Niels ook zijn hengel uitstaan ( al 2 dagen hoor...) en we horen de molen als een gek uitlopen. Beet!, maar geen tijd om te handelen. Niels stopt ondertussen wel de ratelende molen op de hengel. Het moet een flinke vis geweest zijn, want de lijn staat snaarstrak en hij of zij blijft trekken. Uiteindelijk als we klaar zijn met het watergebeuren, pakt Niels de hengel, maar Helaas mag het weer niet zo zijn en breekt de lijn. Daar gaat onze denkbeeldige tonijn. Daag sushi, sashimi en steaks, maar we blijven hopen op betere tijden. Na ruim 3 uur zijn we klaar, zit de douche slang weer vast aan de boiler en hebben we al het water uit de garage overboord gepompt en deels in jerrycans opgevangen. In ieder geval kunnen we dit weer gebruiken als afwaswater. We moeten nog wel zo'n 14 dagen "overleven". Het avondeten ging er in ieder geval in als Ketellapper. Niels probeert na het eten als eerste te slapen en Mar haar wacht is er een met wind en buien, maar in ieder geval zeilen we weer.
Om terug te komen op het waterverhaal, aan boord hebben we aan stuur- en bakboordkant elk een tank van 350 liter, totaal 700. Daarnaast hebben we nog in losse jerrycans zo'n 150 liter. Eigenlijk geen paniek, maar water is een kostbaar goed waar je op een boot zuinig mee moet omgaan en het spel zonder grenzen was ook wel heel komisch voor de toeschouwers, die niet erg dik gezaaid zijn midden op de oceaan.

27, 28 & 29 augustus

"What a difference a day make....". Zo kan ik voor elke dag wel een liedje verzinnen. De zon schijnt, schapewolkjes hangen in de lucht. De nacht is rustig verlopen, de wind is constant en de natte spullen hangen te drogen aan de reling. Andre Hazes komt via de Ipod langs met zijn bekende sores, het terras gaat open en wij nemen een lekker bakkie koffie onder de tropenzon. Zo kan het ook.

Het weer is vandaag erg onstabiel. Zo hebben we de zon en een uur later betrekt het en komen de buien. De nachten zijn gelukkig constanter met een windrichting varierend van 65 tot 100 graden. We hebben tijdens de nacht 2 gevleugelde opstappers, die na te zijn uitgerust en een beetje te hebben rondgehangen op het reddingsvlot weer vertrekken en ons met de shit laten zitten. Een enkele tanker passeert in de nacht met verre bestemmingen, waarvan wij sommigen ook zullen aandoen. We zijn weer een ronde verder gekomen in het "Spel zonder Grenzen" en we zitten nu op 225 liter. Nog even en we hebben de finale bereikt. We zaten te dubben of we een watermaker zouden aanschaffen in Trinidad, maar twijfelen of het nu nodig is. De hondenvoerbakken zijn inmiddels weer tevoorschijn gehaald met daarin vandaag, jawel, Hollandse kost, wat op culinaire wijze wordt gepresenteerd. Het voorkomt in ieder geval dat de gehaktballen en appelmoes de kuip rondvliegen. 
Regelmatig zien we vliegende vissen als kleine straaljagers over het water gaan, wie weet wat eronder hen zwemt en opjaagt? Het zit in ieder geval niet aan Niels zijn hengel...... 
Over straaljagers gesproken, via kennissen, die nu met hun catamaran in Cayenne, Frans Guyana liggen, wordt vandaag, donderdag, om 17.30 een Ariane racket afgevuurd vanaf Kourou. We gaan de tijd in de gaten houden en zijn benieuwd of we wat zullen gaan zien. Niets dus, toch te ver weg.

We gooien het voorzeil over de andere boeg. We proberen een andere taktiek: nu beide zeilen aan dezelfde kant. De UnWind ligt nu met deze iets minder ruime voordewindse koers wat stabieler. We hebben door de steeds andere winden plus de deining, nog steeds niet de meest ideale voordewindse zeilstand/combinatie voor de UnWind gevonden. 
"The girl of Ipanema" van Astrud Gilberto klinkt over de luidspeakers, terwijl Mar de binnenkant van de boot poets. We krijgen vandaag nl. hoog bezoek! We naderen dit etmaal de evenaar en gaan dan over naar het noordelijk halfrond. De Braziliaanse assistent van Neptunes klopt al vroeg aan en komt via de trap achter op de boot aan boord. Zijn werktijden zijn wat anders dan van de oude baas, die te druk is om zelf te komen. Zodoende wordt Mar op voorhand gedoopt. Voor degene, die dit gebruik niet kennen het volgende: Als je de evenaar per schip passeert, komt Neptunes aan boord en je vraagt hem om zijn zegen om zijn wereldzeeen te mogen bevaren, waarna hij - na goedkeuring - de bemanning doopt. Alleen degenen, die zelf de evenaar al zijn gepasseerd, mogen dit doen. Als groentje moet je een glas, het liefst Ketel 1 jenever en/of zeewater drinken en word je beschouwd als een echte zeebonk. Mar is dus vanaf nu ook zeebonk.
                              
                                                     

                                         Onze "Nep"tunes.
      
Het is wachten, wachten en wachten, net als op Oudjaarsavond, maar dan zonder Joep en flappen, terwijl we de positie in de gaten blijven houden. Net voor twaalfen zien we op de GPS de cijfers naar ooo.oo.oo gaan en de letter Z gaat over in N.  We krijgen het niet voor elkaar om een foto te maken op het juiste moment en zodoende passeren we 2 x de evenaar voor het beste resultaat. We zitten voor ons weer op "bekend" terrein, zijn van de winter in de zomer beland, daar waar een hogedrukgebied rechtsom gaat en de sterrenbeelden vertrouwd zijn. We toasten met een G&T op deze mijlpaal en proberen een foto van onszelf te maken, waar we ontzettend de slappe lach van krijgen als we het resultaat zien. Mar helemaal verkreukelt van de slaap en Niels lijkt alsof hij een enorm vals kunstgebit in heeft a la Austin Power. Het zal de drank wel zijn....


         Zelfs bij poging nummer 2 blijft het moeilijk om een scherpe foto te maken.


De schipper en zijn zeebonk, je moet er even bijblijven voor het beste resultaat.

30 & 31 augustus

Onze voorliggende koers is 303 graden en met een wind van achterlijk dan dwars, met 18 tot 22 knopen, zijn we in de vroege nacht voor een paar uur lang zelf die straaljager. Op piekmomenten loopt de UnWind af en toe 11.5 knoop op de GPS (snelheid over de grond) en Niels blijft wat langer op om de zeilen en de boot in de gaten te houden. Elke dag zetten we om 12.00 uur onze positie in de papieren kaart en het blijkt dat we 185 mijl hebben afgelegd in 24 uur. Een dagrecord tot nu toe voor de UnWind.
Met een verward veren koppie zit er weer een nieuwe opstapper op de zeereling. Hij ziet eruit alsof hij de hele nacht heeft doorgezakt en lift een paar uur met ons mee. We voelen met hem mee gezien het weer en zetten de meter af. Vooruit, een gratis rit maar weer.


                             Onze gevederde opstapper.

In het gedeelte waar we nu varen, moet de zg. Guyana stroming gaan lopen. Het lijkt erop dat we hem hebben gevonden, want later op de dag wanneer de wind inzakt krijgen we toch een duwtje in de rug van 2.5 knoop, dus dat maakt het nog een beetje goed.
De passaatwind blijft doorstaan, alleen de snelheid loopt op de zaterdag terug naar 7 knopen. We halen het oranje monster uit de ankerbak. Het zal de eerste keer weer zijn, na reparatie op Ilhabela, dat het zeil weer gebruikt gaat worden. Na veel vijven en zessen staat hij weer fier voor de boeg. Dit keer zullen we het record niet verbeteren, maar de boot ligt rustig en de stroming blijft met 2,5-3 knoop doorstaan. Toch blijkt bij het zetten van de positie, dat we weer 180 mijl hebben afgelegd. Het grote verschil alleen: de vorige keer was door wind veroorzaakt en nu louter dat we ruim 3 knopen stroom mee hebben.


                                                         De zon achterna.

1, 2 & 3 september

Vannacht hebben we een school dolfijnen voor de boeg. Geweldig! Het lijken fluoriserende torpedo's en ze blijven voor een paar uur mee zwemmen. De wind valt om 04.00 helemaal weg en blijft zelf de spinaker niet meer vol. Tijdens het wisselen van de wacht wordt het zeil ingerold en gaat de motor aan.
Gelukkig trekt de wind In de morgen net voldoende aan en kan de spinaker weer ophoog. Deze brengt ons langzaam verder westwaarts. Met de dag wordt het warmer en we houden ons koest in de schaduw van de bimini.
De kleur van het water is veranderd van donkerblauw in olijfgroen, waarschijnlijk door de invloed van de Amazonerivier, die tot 150 mijl ver de zee in kan stromen. Er zitten rare stroomkronkels in, die tegengesteld zijn dan de heersende deining.
De wind blijft een spelletje met ons spelen en tegen alle verwachtingen in, krijgen we in een keer aan het eind van de middag meer wind uit het noordoosten. Zodoende varen we met een spinaker een aandewindse koers, moeten we afvallen, spinaker inrollen, motor starten, kop in de wind, grootzeil hijsen, afvallen, motor uit, genua eruit, zeilen trimmen, dan nog alle lijnen op bossen en Klaar is Kees. Zeilcursus in het kort!
De maandag hebben we van hetzelfde laken een pak en wisselen we zeilen met motoren af. Het maakt voor ons niet veel uit, als we te snel gaan, komen we weer in de nacht aan. Voor de verandering willen we nu eens met daglicht aankomen. 
Aan het eind van de middag hebben we weer dolfijnen voor de boeg en dit keer kunnen we foto's maken en passeren de grens van Brazilie en Frans Guyana. Nog 1 nacht te gaan.

                   

                                  Daar heb je Flipper.....
       
Op dinsdagochtend 3 september komen we aan bij de eilandengroep Iles du Salut voor de kust van Frans Guyana. De groep bestaat uit 3 eilanden: Ile Royale, Ile Saint-Joseph en het beruchte Ile du Diable. Het anker valt ten zuiden in baai des Cocotiers van Ile Royale. Het zijn tropische eilanden en niet sinister en duister, wat je bij de naam Ile du Diable zou denken!


              Iles du Salut, ook wel Salvation Islands genoemd.