zaterdag 24 augustus 2013

Fernando de Noronha

Het is 's avonds negen uur als het anker in het 15 meter diepe water van de baai Santo Antonio valt. Helaas pikkedonker, dus het beloofde azuur blauwe water komt pas morgen. We liggen na 36 uur varen voor het eiland Fernando de Noronha, zo'n 260 zeemijl noordoost vanaf Cabedelo. We hebben goed kunnen zeilen en het voelde alsof het een kwestie van oversteken was. Overdag hebben we zon en een prachtige nacht met volle maan. De zeegang, veroorzaakt door de heersende wind bovenop de oceaan deining, was wel erg knobbelig. Aangezien de UnWind met halve wind (de wind komt dan van de zijkant) bijzonder snel zeilt, komen ook die "kleine" golven hard aan op de punt. We vragen ons telkens af wat zo'n boot wel niet moet incasseren. Tot zover doet ze het gelukkig goed. 
Het is ook altijd weer een verrassing wat je bij de volgende bestemming aantreft. We zien Morro do Pica, het gezicht (letterlijk en figuurlijk) van het eiland. Het is net een oude man, die vermoeid over zijn baai uitkijkt. Ook de nodige vissersbootjes en helaas zijn we weer de enige zeilboot. De bijboot komt weer uit de garage en wordt opgepompt en we brommeren naar de strekdam. Ook hier ontkomen we niet aan het officiele gebeuren. Het blijkt dat FdN, in het kort, nu ook een officiele "Port of Call" is en ook al waren we definitief uitgeklaard in Cabedelo, moeten we hier weer inklaren in Brazilie. Gelukkig gaat het er hier een stuk relaxter aan toe en komen de authoriteiten naar het kantoor van de haven. We krijgen een "carona" (lift) van de immigratie-officier naar het dorp Vila dos Remedios, daar waar alles...... gebeurd. Het is opvallend hoeveel Braziliaanse toeristen hier zijn, aangezien de enige manier om hier te komen met een boot of klein vliegtuig is.

Een groot deel van FdN is beschermd nationaal natuurpark en er zijn de nodige restricties van wat je wel en niet mag vergelijkbaar met Abrolhos. Zo heb je het strand van Leao, hier leggen de zeeschildpadden hun eieren en is het strand van december t/m juni verboden terrein. Er zijn diverse andere stranden geexploiteerd door het nationaal park en waar entreegeld voor wordt gevraagd. Het is zowiezo een kostbare aangelegenheid om hier te zijn. Ook al liggen we hier op eigen anker en zijn er geen faciliteiten betaal je een dagelijkse hap "havengeld" en daarnaast een dagelijkse fee om aan land te mogen komen. Dit was bekend bij ons en we hadden het er voor over. Je komt hier waarschijnlijk nooit meer. Het is alleen wel jammer, dat je daarnaast nog eens entree voor sommige parken moet betalen. We begrijpen best dat om de natuur te beschermen er geld nodig is, maar er hangt ook een behoorlijke vleug van commercie omheen. Er is een waslijst van dingen, die je hier niet mag doen omwille van deze natuur, maar kijk niet om je heen wat de bewoners er soms een bende van maken, maar het wordt leuk verpakt.

Het water is zoals verwacht helder, warm en prachtig blauw en we pakken weer de bijboot naar Praia da Conceicao. Hier is het prachtig snorkelen en naast de kleurijke tropische vissen zien we een manta en zeeschildpad onder ons voorbij gaan. Op de terugweg houdt de buitenboordmotor ermee op en wordt het peddelen tegen wind en stroom in, maar afgezien van de pijn in de rug helpen we hiermee wel weer de natuur door geen brandstof te verbruiken?! Gelukkig krijgen we halverwege een sleep, anders hadden we er nog rondgedobberd. We spelen toerist en huren net als alle anderen een gifgroene buggy en karren hier het hele eiland mee rond. 
We snorkelen bij het wrak in Baia Santo Antonio. Niels heeft een goed oog voor het ontdekken van het "wild" en zo zien we hier een Bramble haai, gekleed in schutkleuren, maar gelukkig in klein formaat. Het beest had wel een onsympatieke kop en je gaat er niet snel een praatje mee maken. De schilpadden zweven rond als ufo's en ze verdwijnen achter een school met zilverkleurige visjes, die het synchroon zwemmen hebben uitgevonden. Later zien we de haai op het menu staan als viskoekje " Bolinho de Tabarao". Ik moet zeggen het smaakte prima. 

Zondagmorgen de 25ste zullen we anker op gaan en richting Suriname zeilen met een tussenstop in Frans Guyana (Iles du Salut). De afstand tot F.G. zal zo'n 1450 mijl zijn en zo'n 10 tot 12 dagen duren.


                 Morro do Pica


         Op de achtergrond Ilha Rasa en Ilha do Meio


        Praia da Conceicao. Toen deed die het nog.......


        We krijgen een sleepje van de plaatselijke duikschool.


                    Ilha Dois Irmaos of te wel Twin Brother Island


Een poging om een panoramafoto te maken, terwijl de zon achter de wolken gaat. Praia do Leao


          Onze Kermit de Kikker.




donderdag 15 augustus 2013

Cabedelo en Jacare

De laatste dagen, voordat we verder zeilen naar het noorden, spenderen we in Salvador bij de voorname Iate Clube de Bahia. Niels heeft een email naar ze gestuurd, dat we lid zijn van de RCYC in Kaapstad en/of we (als gast) bij hen kunnen liggen. Dit hebben we eerder geprobeerd in Rio, maar nooit antwoord ontvangen. Dit keer een keurig antwoord in het Engels terug, dat we welkom zijn.
Aangekomen treffen we een prachtige jachtclub aan, met alle toeters en bellen. Het enige wat er niet is, zijn jachten..... We liggen aan een boei, maar erg open naar zee en naar later blijkt te iets te open.
We worden opgehaald met een watertaxi -dus de bijboot hoeft niet uit de "garage"- en worden zeer vriendelijk ontvangen door de bewaking en later door Luis van de receptie. We krijgen pasjes, zijnde tijdelijk lid, en worden voorzien van veel informatie onder het genot van een kopje espresso. Het heeft alles van luxe hotel en ook hier zijn we weer verbaasd hoeveel personeel er rondloopt en allemaal in een keurig marine tenue. We lopen naar Barra, een wat luxere wijk, op de hoek van Salvador bij de vuurtoren. Deze is onderdeel van het maritiem museum en we nemen er een kijkje. Hier zien we nogmaals de Nederlandse maritieme invloed met zijn bezettingen en veldslagen. Stuivertje wisselen van land en eigendom tussen de Portugezen en oa. de Nederlanders. Ook de schepen met hun "comfort", de reistijd er naar toe en omstandigheden zijn gelukkig voor ons nu ook stukken beter en niet meer te vergelijken. We doen ook weer onze "populaire" tijdsbesteding shoppen. Die avond is er in het restaurant van de jachtclub live muziek en we besluiten vandaag zelf de slingers maar op te hangen en hier lekker te gaan eten.
Vrijdags moeten we weer het verplichte rondje uitklaren maken en alles loopt gesmeerd, behalve dat Niels bij de Port Captain, onderdeel van de Marine, wordt geweigerd. Hij heeft een korte broek aan! Het verhaal van lange broek is ons bekend, maar door het hele warme weer had Nelis zo iets van "het zal allemaal wel meevallen, dus niet!", met als gevolg dat Mar wel in haar (korte) rokje het terrein op mag en het in haar eentje kan klaren. 
De 480 mijl naar Cabedelo verlopen met wisselende winden. De eerste dag zeilen we als een speer aan de wind, terwijl halve wind was "beloofd" en maken een record in daggemiddelde. De twee andere dagen worstelen we met halve en voor de windse koersen en soms net te weinig wind. Dit gedeelte van de kust komen veel vissers voor, die 's nachts met hun sleepnetten slecht te zien zijn. Gelukkig hebben we er weinig last van.
Cabedelo ligt aan de ingang van de rivier Paraiba, waar ook de provincie naar vernoemd is. Jacare, waar we naar toe willen ligt zo'n 5 mijl verder op deze rivier. We willen niet te vroeg aankomen ivm het getij en zo'n 20 mijl voor Cabedelo gaat het grootzeil naar beneden en varen we onder genua om de vaart eruit te halen.
We liggen nauwelijks afgemeerd bij de jachthaven of we hebben al een bruidspaar aan boord voor een fotosessie. Zo komen er dan toch nog hoge hakken aan boord van de UnWind. Ze zijn nog niet verdwenen en de volgende attractie komt langs gevaren. Twee tjokvolle dubbeldeks partyboten voorafgegaan door een kano met daarin een saxofonist. Het blijkt Junandy te zijn, een lokale bekendheid, die dagelijks tijdens zonsondergang de Bolero van Ravel speelt. Hij schijnt de publiekstrekker nummer 2 van deze regio te zijn en zelfs een website te hebben. Ik ben benieuwd wie er op nummer een staat.....
De volgende dag regent het pijpestelen, maar we zullen er toch doorheen moeten om in Cabedelo weer in te gaan klaren en besluiten dit toch maar met een taxi te doen. We worden gereden door Bernardo, die zich inmiddels heeft ontpopt als agent (in dit geval iemand, die het papierwerk voor je kan doen). De normale gang van zaken is eerst naar Immigratie en dan de Port Captain, maar we worden tot onze verbazing bij Customs gebracht, waar we helemaal niet moeten zijn! Wat er dan volgt, is een grote klucht. Volgens de man van Customs hoeven we ons nergens te melden, pas als we hier vertrekken. De twee praten als brugman in het Portugees en er komt, om de boel nog meer in de war te gooien, een Frans stel binnen die voor het land willen uitklaren en zich er ook mee gaan bemoeien. Nu praten er 4 man door elkaar en naar ons verhaal wordt al helemaal niet geluisterd. Aan de ene kant zijn we geirriteerd en aan de andere kant moeten we er ook wel om lachen. Tot op heden is er bij elke plaats waar we in of uitklaren wel een andere procedure. We besluiten om onze mond te houden en volgende week maar te zien waar het schip strandt. De hele taxirit was dus voor Jan L... We laten ons droppen in Intermares tegenover Jacare aan de kust. Een plaats met een chaotische architectuur en infrastructuur. Appartementblokken compleet individueel neergezet tussen oude vervallen huizen en de straten erom heen zijn zandpaden vol met plassen. Rondom zo'n complex ziet het er allemaal prachtig uit maar dan wel tot de eigen stoep. Er staat dan ook heel veel te koop, wat ons niet verbaast in deze bizarre omgeving. Het enige grote voordeel voor ons als cruisers is dat er 3 ruim gesorteerde supermarkten zijn, waar we groot gaan inslaan alvorens we naar Fernando de Noronha en daarna naar Frans Guyana vertrekken. 
De klucht over het inklaren krijgt vervolg. We zijn op vrijdag in Joao Passoa, de grote stad 10 kilometer verderop als we een telefoontje krijgen van de jachthaven. Grote paniek daar, want we moeten ons toch melden bij de Port Captain, wat wij ook hadden gezegd, maar niet werd aangenomen. Kortom, hup in de taxi bij Bernado, die toch met het schaamrood op de kaken ons eerst naar de haven brengt om daar de bootpapieren op te halen en daarna door te rijden naar Cabedelo. Je begrijpt dat de sfeer niet erg positief was en hopelijk is dit ook een leer voor ons zelf om vast te houden aan wat we zelf weten!
Bij de jachthaven zijn de nodige Franse boten en hebben we leuke contacten. Dan hier eindelijk de eerste Nederlandse boot, die we hier in Brazilie tegenkomen. Zaterdags doen we weer een poging om Joao Passoa te zien. Op het grote plein is er live Samba muziek en er wordt volop gedanst, gezongen en feest gevierd. In een smal straatje is er een Cachaca kroeg met tientallen smaken van deze "schnaps" en het is er een drukte van belang. Er wordt nog gekker als er bij  de buren een Raggae band gaat spelen. Helaas door de vele drank, wordt de sfeer wat grimmiger en gaan we op huis aan.
Ook doen we weer de nodige dingen aan de boot, het onderwaterschip wordt schoongemaakt door Rambo en de voorraad is weer aangevuld en weggestouwd. Inmiddels zijn we op maandag zonder problemen uitgeklaard en hebben vanaf dinsdag nog 3 dagen de tijd om het land te verlaten. Op de valreep gaan we zelf het feestgedruis van Junandy meemaken en blijven ons verbazen over de enorme  hoeveelheid mensen, die hier dagelijks komen voor de zonsondergang en zijn getoeter. Ieder zijn meug!

    
   
   Niels op wacht bij de Marine, maar mocht door zijn korte broek niet naar de Capitania do Portos

                            
De Iate Clube da Bahia. Een 5 sterren "Jacht " club met alles erop en eraan voor de happy few, die het zich kunnen veroorloven om lid te zijn. Wij zijn gast en genieten van deze tijdelijke luxe.


Shoot number one, action, click. Op Braziliaanse manier (dus chaotisch) wordt er een trouwreportage bij ons aan boord gemaakt. De hakken alleen voor de foto en niet op lopen graag.


                     Apres skieen met polonaise op Braziliaanse Tiroler muziek!

donderdag 8 augustus 2013

Baia de Todos os Santos

We komen aan in de baai van Itaparica en tussen ons gezegd en gezwegen, we doen er 1,5 uur over eer het anker houdt, dus dat zegt voldoende. Het weer is helemaal betrokken en er staat een behoorlijke wind. Elke keer bij veel wind tobben we met het anker. De boot is erg windgevoelig als we bijna stilliggen en daarnaast werkt de boegschroef ook nog steeds niet. We behouden ons geduld, maar blij zijn we niet. Niels wil het Delta anker al vervangen met het Spade anker, maar gaat eerst nog maar eens door het boekje "grondtakel". We gaan een andere tactiek proberen, dus voorlopig krijgt het Delta anker nog een kans.
We blijven hier 3 dagen voor anker liggen en bezoeken het dorpje zelf, wat uitgestorven is. We ontmoeten hier Willem en Robyn van bar/restaurant "Amigo". Het zijn Zuid Afrikaners, die in 2006 hier met hun boot zijn beland en nooit meer zijn weggegaan. We kunnen er internetten en eten er lekker. De volgende dag nemen we een lokale taxi en gaan naar het 30 km verderop gelegen Mar Grande. Hier is het een drukte van belang, aangezien hier de ferries van en naar Salvador aankomen. We gaan op het strand zitten, zoals de Brazilianen hier doen, bij een fel gekleurd plastic Schin (het biermerk) tafeltje en stoelen en voor de rest niets. 
We willen verder landinwaarts, het meer authentieke Brazilie ontdekken en gaan op vrijdag via de rivier Paraguacu naar Maragojipe. De rivier kronkelt en het is een compleet andere wereld dan een paar dagen terug. Mangrove bossen aan beide oevers afgewisseld met watervalletjes en witte strandjes. We gaan voordewind en het hele traject is bezeild. Hier ga je terug in de tijd. We liggen voor anker en het is heerlijk rustig. We genieten van een prachtige zonsondergang en zelfs een paar kleine dolfijnen komen langs. De zaterdagmarkt in Maragojipe is een beleving op zich. Van heinde en verre komen de mensen om hun waar te verkopen. We kopen groenten en fruit en pakken een drankje in de overdekte hal. De muziek is er oorverdovend en lijkt voortdurend op elkaar. Je ziet de karretjes met ezels ervoor, kinderen die met hun "tin tin" (kruiwagen) de boodschappen heen en weer brengen. Later op de dag komt er op de ankerplek een zeilboot bij, het blijkt de "Carpe Diem" te zijn. We hadden de 3 Zwitsers al in de haven in Salvador ontmoet. We nodigen ze uit voor een borrel en het wordt een gezellige avond. Op zondagochtend maken we een rondje in de bijboot naar de mangroves en wordt Niels weer de mast ingehesen voor onderzoek en een paar foto's. 's Middags gaan we met het tij verder stroomopwaarts de rivier op en komen in Sao Francisco uit. Hier beleven we een enorme cultuurschok. Naast een oud klooster staat aan de rechterkant een houten keet met de bekende rode stoeltjes en tafeltjes en een touringcar. De radio staat voluit en het is een pokke herrie en galmt over de rivier. Weg rust en we twijfelen of we hier willen blijven of omkeren. We ankeren iets verder bovenwinds en we horen gelukkig vrijwel niets meer. Het is overigens wel zondag en dan kun je dit in Brazilie overal verwachten. Aan de linkeroever vind je de baai van Iguape met zijn vele ondieptes. Hier worden ook garnalen gevangen en het duurt niet lang of er komt een jonge Braziliaan in een houten kano met de vraag of we "Camarao" willen hebben. Nou, daar hebben we wel oren naar. Grote dikke verse gamba's, wat wil je nog meer? Ja, eigenlijk nog schoongemaakt ook, maar dat is een klusje voor Mar. Zodoende hebben we die avond Risotto met garnalen op het menu met een lekker koud wit wijntje in de kuip en weer een mooie zonsondergang. Het kan slechter.
De volgende morgen gaan we met het rijzende water naar Santiago de Iguape. We hebben van dit deel van de rivier geen kaart, maar wel wat GPS coordinaten uit de pilot. Een beetje een risico met alle zandbanken, maar we trekken de kiel omhoog en we kronkelen met de rivier mee. Uiteindelijk is er genoeg water onder de kiel en hebben we meer "last" van de vissers met hun netten -die ze doodleuk voor ons uitzetten- dan van de ondieptes. Ze gebruiken lege plastic frisdrankflessen, maar het is niet altijd duidelijk aan welke kant de netten uitstaan. Niels communiceert met handgebaren op de voorpunt met de vissers in hun kano en wanneer de duim omhoog gaat nemen we het risico. We gaan weer voor anker voor een vervallen kerk (die zijn er zat) en genieten van de rust. Het zijn tripjes van niets, zo'n 8 km, dus vermoeid komen we niet aan. We pakken de bijboot en gaan aan wal. Het is er rustig en het dorp stelt niet veel voor. We gaan naar de lokale kroeg (garage), nemen een biertje en komen met de kroegbaas anex visboer aan de "praat". Het is een grappig gesprek, waar we uit het Portugees dingen over Nederland oppikken. Hij pakt het slim aan, serveert pinda's bij het bier, wat wel op de rekening komt en we krijgen oesters om te proeven, deze weer voor nop. Al met al gaan we weer met een maaltje garnalen naar huis.
In de volgende dagen laten we ons weer de rivier afzakken en gaan we terug richting de bewoonde wereld. Zo ankeren we nog in het Canal de Dente, waar we een voorlopige planning maken voor de komende tijd. We willen aankomende vrijdag uitklaren in Salvador, dan afhankelijk van het weer ergens in het weekend vertrekken om in een keer naar Cabedelo/Jacare (zo'n 500 mijl) te varen. Hier gaan we uitklaren en willen dan nog naar Fernando de Noronha, een prachtige eilanden groep in de Atlantic. Het blijft een planning, dat hebben we inmiddels wel geleerd. Voor nu liggen we in goed gezelschap voor anker bij de eilandjes Ilha do Frade, Ilha do Bom Jesus en Ilha Madre de Deus. 


We tanken erg rode diesel bij een pontoon voor Salvador, maar het gaat zo tekeer met schommelen dat Niels moeite heeft om de diesel in de filter te krijgen/houden. De pompbediende kijkt vrolijk toe. Nog maar 140 liter Niels....


Tip uit de pilot: "do what Brazilians do, take a yellow table, yellow chairs and red umbrello or take orange chairs, orange table and red umbrella, order um grande Skol, dois coppa por favore and just chill.....". Dat doen we dus maar.


                   Maragojipe, een dorpje uit de oude doos waar we de markt bezoeken.


                         Langs de steiger bij Maragojipe vallen de boten droog bij laag water.


                                                De lokale zaterdagmarkt in Maragojipe.


                                Gelukkig wordt er ook aan de ezels gedacht.


Saveiro, de traditionele Bahiaanse zeilboot (lengte 15-20 meter) let op de boegspriet en mast, deze zijn van boomstammen waar de knoesten nog in zitten. Ze steken maar zo'n 60 cm diep en hebben geen last van de ondieptes. Ze hebben geen giek en varen hem dus met een losse broek.


               Een passant onder zeil, terwijl we met de bijboot het gebied verkennen.


                                   Deze werf is gewoon nog actief.


                Onze UnWind midden op de plas omringt door dreigende buien                             


                        Sao Francisco, garnalen aan huis bezorgd.


   Het klooster van Sao Francisco waar we voor anker liggen. De muziek is gratis.....


                            Op de rivier onderweg richting Santiago de Iguape


   Niels in zijn nieuwe bijboot met grasmaaier achterop. Nu nog leren vissen.......!


In de stromende regen komende we op de terugweg naar Salvador nog 2 Volvo Ocean racers tegen. 
De een met North zeilen, de ander met Quantum zeilen, maar we weten niet wie heeft gewonnen.....




   



donderdag 1 augustus 2013

Salvador

Het is donderdag 25 juli, we gaan weer anker op en verlaten de vissersbootjes rondom ons in de kleine baai voor Morro de Sao Paulo. Het is een korte trip, met bij de uitgang weer veel deining en weinig wind, maar na 15 mijl varen komt eindelijk de skyline van Salvador in het vizier! We zien tijdens de vele buien de stad komen en gaan. We roepen via de marifoon de jachthaven op om uit te vinden of er plek is. Geen gehoor, maar het is hier een gegeven dat als men aan de andere kant Engels hoort, men niet thuis geeft. De verveling bij de grote schepen welke voor anker liggen wordt door degene op de brug regelmatig tot uitdrukking gebracht via de VHF. Erg irritant en asociaal, dat kanaal 16 door beroepsvaart en hun opvarenden wordt misbruikt. We passeren het oude fort Sao Marcelo en draaien stuurboord de jachthaven in het midden in de stad. Op de steiger zien we 2 mannen staan, die aanwijzen waar we kunnen liggen. Blijkbaar is er toch wel iets doorgekomen..... Met de kont naar de steiger en een mooringlijn aan de voorpunt -a la Turkije- liggen we aan een swingend en deinend pontoon. Het is even zoeken naar de juiste lengte van de lijnen, aangezien er een verval van 2.5 meter is en we willen niet met de achterkant tegen de steiger raggen. We moeten de achterklep open hebben om op en van de steiger te komen, hetgeen soms kunst en vliegwerk is. We voelen er weinig voor om de rest van de trip zonder tanden te moeten leven. De volgende dag tussen de buien door doen we weer ons rondje officiele plichtplegingen en melden we ons weer bij immigratie en de havenofficier. Het blijkt dat we in Angra bij vertrek een stempel te weinig hebben gehad, maar we komen er met een sisser vanaf. De vrouwelijke ambtenaar in functie geeft je vooral het gevoel dat je illegaal hebt gehandeld. Gezien het kantoor waar ze de hele dag in zit is dit wellicht de enige lol die ze beleeft. Ze wordt wat toegankelijker als we het over haar hondje gaan hebben wat bij haar in het kantoor ligt. We wennen er aan en ach, het hoort er allemaal bij. 
Salvador ligt in de baai van de Allerheiligen, Baia de Todos os Santos en bestaat uit 3 delen. Je hebt het lagere stadsgedeelte "Cidade Baixa" met de haven en het commerciele deel. Het is niet het beste gebied en 's avond is het er uitgestorven. Het hoge gedeelte "Cidade Alta" met de oude kern "Pelourinho" genaamd en Barra. De laatste is het luxe residentiele gedeelte met haar stranden. Om in Pelo te komen pakt je de "Elevador Lacerda", die je in luttele secondes 60 meter hoger brengt. Je betaalt maar "liefst" R$ 0,15 (€0,07) om vervoerd te worden en daarbij is een "bell boy" inclusief. De arme man zit met zijn neus tegen een liftdeur aan te kijken en dit een hele dag lang, maar hij heeft wel een mobieltje met muziek als afleiding. Pelo is tevens het historische en artistieke gedeelte van Salvador, met zijn winkeltjes, restaurantjes, nachtleven en kerken. Kerken zijn er in overvloed, voor elke dag een, want er zijn er 365. Salvador heeft nog veel Afrikaanse invloeden, een verleden met slavenhandel, waaruit o.a. Candomble en Capoeira zijn ontstaan. Candomble is een religieuze rite en wordt op een heilige plaats gehouden om de God Exu te eren. Het gaat samen met muziek en 'n soort van brandewijn en tabak, wat de mensen in een trance brengt. Capoeira is meer openbaar en je ziet het op straten en pleinen. Het is een vechtsport, die de slaven gebruikten onder het mom van dansen. 
De marina waar we liggen is recht tegenover de lift en de "Port Captain", wat onderdeel is van de Marine. We horen regelmatig de fluittonen voor het wisselen van de wacht en vlaghijsen. Geldt gelukkig niet meer voor ons.....en voelt wel relaxed.
's Avonds gaan we het oude gedeelte in, de straten zijn versierd met slingers en de kerken zijn er verlicht. Helaas door de vele buien mist het zijn gezelligheid en zijn we snel uitgekeken. We belanden bij een Afrikaans tentje Zulu! en zitten droog onder de parasol, tot dat de hemelsluizen serieus opengaan. We krijgen een bui, die de hele nacht zal aanhouden. Kortom, op een gegeven moment moeten we wel terug naar de boot en komen drijfnat aan. Zaterdag blijft het weer wisselvallig en houden we (lees Niels) er een klusdag op na. Diesel- en luchtfilters worden vervangen, olie en koelvloeistof ververst. Gelukkig is 's avonds het weer beter en is het een drukte van belang in Pelo. Volle terrassen, overal muziek en stalletjes met Bahiaanse lekkernijen. Ook deze keer worden we op de terugweg verrast door een dikke bui en krijgen we van hetzelfde laken een pak.
Zondag en maandag dan eindelijk de zon en zien we Salvador van zijn kleurrijke kant. We struinen Pelo af, bezoeken de markt van Sao Joaquim en doen "weer" boodschappen. Salvador grijpt ons niet zoals Rio. Is het door het weer, het geschud aan de steiger, het vuil op straat, de drukte van de stad met alles wat daarbij komt kijken, ik weet het niet. We hebben van vele zeilers het omgekeerde gelezen en gehoord, dus zo zie je maar iedereen beleeft het anders. We gooien op dinsdag de trossen los, er is een drijvend benzinestation achter het fort en toppen daar de tank met diesel op. We varen met een lekker lopend windje richting Itaparica, er staat een cake in de oven, dus straks eerst een bakkie leut.


                  Een laatste blik op Morro de Sao Paulo


Een van de vele stalletjes met Bahiaanse specialiteiten, Aracaje: een gefrituurd bol van bonenpuree. Deze wordt dan opengesneden en gevuld met salade en gedroogde garnalen. Erg lekker.

                          

                                                 De Elevator Lacerda


   Uitzicht van boven met de haven en het fort Sao Marcelo, als je heel goed kijkt zie je de UnWind.


                                             Igreja Sao Franciso bij avond

                              

                                   Dezelfde kerk van binnen met zijn pracht en praal


                    De kleurrijke huizen in de straten van Salvador


 Sunday lunch bij Musea de Gastronomic, waar een keur aan Bahiaans gerechten wordt geserveerd.


Overal in de straten de vlaggetjes geel en groen. Leuk om te zien, maar met wind is het een enorme herrie. De oplossing is gewoon de muziek nog harder zetten.....