donderdag 16 april 2015

Galapagos II


Hoog in de mast een fregat vogel.


Elke morgen schuren ze je romp schoon en blijft het een feest om ze te zien.

Op zondag gaan we met een hele groep zeilers de hooglanden in. Er zit daar een verdwaalde Oostenrijker Gauser genaamd met een restaurant. We eten er heerlijk en bezoeken een naastgelegen farm, waar de groente en fruit letterlijk voor je uit de grond wordt gehaald. Het is nog te vroeg om nu al spullen te kopen, dus plannen we later in de week nog een bezoek. 


Zeilers gaan op "sjiek"

Zoals elke zeilboot die hier ligt willen ook wij onze diesel voorraad aanvullen. Geen probleem voor onze J.C. Het is een heel gedoe of hij maakt het ervan. Eerst moet het aangevraagd worden bij de Port Capitain en na goedkeuring mag het besteld worden. Na uiteindelijk 2 dagen stand-by te hebben gestaan krijgen we het verlossende woord. We mogen met onze jerrycans naar de kade komen, aldaar met een taxi naar de normale benzinepomp. Daar betaalt de lokale bevolking $1,43 per gallon, maar wij moeten $3,07 aftikken. Daar blijft het niet bij, want J.C. moet er ook nog iets aan overhouden, dus komt er nog $1,00 per gallon bij. Beter duur, dan niet te koop.....


Op het eiland is een landschildpadden centrum opgericht wat zowel door particulieren als overheden en WNF wordt gesteund. Het was nodig want uiteindelijk waren er nog maar 4 exemplaren over. Ze werden in vroeger tijden meegenomen door de bemanning van schepen die Galapagos aandeden, omdat ze in de ruimen lang houdbaar waren als vers vlees. Ze worden nu heel voorzichtig uitgezet, maar alleen als ze min of meer volwassen zijn en dat duurt net zo lang als dat ze zich voortbewegen....
Hun grootste vijand nu zijn de dieren die van buitenaf (vaak ook door schepen) aan land zijn gebracht.


Het wordt steeds gezelliger op de ankerplaats. We borrelen bij VOLO, een zelfgemaakt aluminium zeiljacht met vele slimme details. Max en Sandy zeilen al dik 30 jaar rond op deze aardbol en er is weinig wat ze nog niet hebben gezien. 
Inmiddels is de Toccata (Brad, Saskia, Peter en Annie) aangekomen en het is lekker om weer te gesels met die Suid Afrikaners. Het ZA Engels klinkt vertrouwd en als vanouds in de oren.
In plaats van een vulkaan te beklimmen, besluiten we dit keer om er in een af te dalen. We zijn alleen met de guide Ulise en samen met hem gaan we naar de Sierra Negra Vulkaan. Daar in de hooglanden heeft hij een stuk grond van 19 hectare, waar drie vulkanen zijn. In een ervan kun je afdalen tot zo'n 150 meter. Het is een prachtig gezicht met de zonnestralen die door het gat naar beneden schijnen. We krijgen een tuigje, met bergbeklimmerslijn eraan, vast uitgereikt voor de afdaling. Een onfortuinlijke koe heeft er jaren geleden zijn graf gevonden en ligt verspreidt over de lavastenen. Door de regenval is het een modderige bende om in af te dalen, maar het mag de pret niet drukken.











Aanhaken en gaan. 





Terug in Villamil blijkt dat er een trip naar de groente en fruit farm is geregeld, dus ga ik als een speer terug naar de boot voor mijn lijst en tassen. Nog vol modder stap ik in de pick-up voor weer een rit naar de hooglanden. Iedereen heeft goed kunnen inslaan en met tassen vol komen we terug. Net voor Villamil arriveren de regenbuien boven ons, die een enorme hoeveelheid water in zich hebben. Bij het dinghy dock is het zicht helemaal dichtgeslagen en zijn de zeilboten verdwenen. De bijboten staan ook vol en er valt niet tegen op te hozen. Als verzopen katten komt iedereen aan bij zijn boot. In deze hoosbuien is ook de Nelly Rose aangekomen en probeert een plekje tussen de boten te vinden. 
Het weerhoudt ons niet om samen met Pim en Hanneke bij de Toccata te gaan borrelen. Het is reuze gezellig, we horen de mooie verhalen en andere ervaringen van beide schepen. Cherry on top: we eten de onderweg zelf gevangen tonijn van Brad. Wij hadden niets gevangen.....


Alles is direct schoongespoeld. Verser dan dit kan niet.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten