dinsdag 25 juli 2017

Bestemming Indonesië

Zaterdag 15 juli

Vanmorgen de laatste verse spullen gehaald en nog een bakkie op de wal. De marina rekening wordt betaald en om 12.15 gaan de trossen los. Op naar Indonesië. Voordat we er zjn moeten we eerst nog door de Torres Strait en Arafura zee met hun ondieptes en riffen. De Torres Strait is de verbinding tussen de Coral Sea (Stille Oceaan) aan de oostkant en de Arafura Sea (uitloper van de Indische Oceaan) aan de westkant en wordt beschreven als een van de meest gecompliceerde zee-engten ter de wereld. De heersende stroomrichting is westwaarts, maar de sterkte heeft weer te maken met de hoogte van de waterstand aan beide kanten.
We zullen het gaan meemaken.

In de middag en avond hebben we flinke wind en een hoge deining. De laatste is veroorzaakt door de harde wind van de afgelopen dagen. We hebben een 2e rif in het grootzeil en het stagzeil staat op, dit loopt nu het meest comfortabel. We hoeven dit keer geen snelheidsrecord te maken, want eerder dan 22 juli willen we niet aankomen ivm de duur van ons visum. We krijgen precies 90 dagen en alles wat je langer blijft moet je weer een verlenging aanvragen.
We voelen ons goed, je merkt dat we recentelijk een passage hebben gemaakt, dus alles pikken we alles vanouds op. Wat altijd leuk is als we dolfijntjes rond de boot krijgen, ze duiken in de golven en spelen uren voor de boeg.

Zondag 16 juli

Vannacht een extra bemanningslid in de vorm van een Boobie, hij laat de complimenten achter in de vorm van de nodige vogelpoep.
De koers is naar Bligh entrance, want hier begint de route naar de Torres Strait. We hebben buien, maar hebben het bakboordgedeelte van de kuiptent aangerits en hiermee zitten we lekker droog. Het is een echte zondag. Voor het ontbijt worden de gekochte croissants opgepiept en met roerei is het feest kompleet. De warme prak, lekker Nederlands: sperciebonen, gebakken aardappelen en gehaktballen, eten we halverwege de middag. Volgens de gribfiles gaat de wind vanavond toenemen naar 25-30 knopen en de te zeilen koers in het zg. North East kanaal zal zuidwest zijn, dus meer aan de wind. Het North East kanaal begint onder de kust van PNG en gaat naar het zuidwesten richting Australië.


Prince of Wale Channel, een deel van de Torres Strait, wij zijn het rode bootje.

Het is inmiddels pikkedonker als we de route ingaan en de wind is aangetrokken naar 25 knopen. Het 3e rif zit er inmiddels in en we lopen soms meer dan 8 knopen. Het wordt een onstuimige avond en nacht met veel buien en de daarbijhorende harde wind. Gelukkig klopt de kaart als een bus en zien we elk licht/baken van verre. We passeren een paar zeilboten, die op één na allen met AIS zijn uitgerust. Sommige moeten motorsailen omdat ze de hoogte die er gezeild moet worden niet kunnen halen. Dat is voor ons geen probleem en zo worden de 115 Nm vlot afgelegd. Toch zijn we blij als het om 06.30 weer licht wordt, waardoor we met daglicht door het Prince of Wales kanaal zullen gaan. Hier schijnt de stroming het meest te zijn. We hebben gelezen dat er boten zijn, die meer dan 6 knopen stroom mee hadden, voor ons blijft het bij 1,5 knoop.


Een mooie zonsondergang op de Arafura Zee.

Maandag 17 juli

Het is een wereld van verschil met afgelopen nacht. De bewolking is opgebroken en dan lijkt het allemaal wat vriendelijker als we de Torrres Strait achter ons laten. Niels gaat lekker even plat en de tocht wordt vervolgd op de blauwgroene ondiepe Arafura Zee. We hebben radiocontact met de andere boten, waarvan één boot een dag na vertrek al een probleem met zijn windvaanbesturing heeft. Het wordt tijdelijk opgelost met schokkoord, maar dit is van korte duur. De 2-koppige bemanning is gedwongen om met de hand te sturen. Ze moeten het kanaal nog in en ik benijd ze niet. 

Dinsdag 18 juli

Na een rustige nacht met wat motregen vervolgen we onze route op de Arafura Zee. De wind en sterkte zijn uur na uur hetzelfde, dus weinig zeilhandelingen. Op de SSB radio wordt melding gemaakt van een zeilboot, die in een drijvend net is geraakt. We plotten de positie in en hopen dat het ons niet overkomt. 
De hele dag varen we al op met een Australische (Zefr) en Canadese (Vanille) boot aan onze zijde. Tegen de avond maakt Vanille melding van de vissersboot zonder AIS, die een visnet aan het uitzetten is. De netten zijn onverlicht, dus zal het niet meevallen ze te spotten. Om 21.00 maakt Niels mij wakker, visser aan bakboordzijde, geen AIS, wel verlichting. Inmiddels staat de radar aan, hopende dat we een signaal kunnen oppikken en wijs kunnen worden wat zijn koers en vaart is. Oproepen via de marifoon worden niet beantwoord. Inmiddels helemaal kippig van het turen door de verrekijker en op de radar zien we de boot langzaam van ons wegvaren. Uit voorzorg zeilen we toch meer stuurboord uit in het geval dat er een net achterhangt.

Woensdag 19 juli

Een herhaling van gisteren, 's nachts bewolkt met buitjes, overdag breekt de bewolking open. Weer horen we dat er een boot in een net is vast geraakt.


Donderdag 20 juli

Inmiddels varen we onder het eiland Pulau. Het weer is mooi en we zeilen samen nog steeds met de Zefr op en maken foto's en filmpjes van elkaar.
In de avond en nacht worden we "gastvrij" ontvangen door de Indonesische vissergemeenschap. Het zijn hele flottieljes met zg. squidboten, die hel verlicht aan het vissen zijn. Op zich prima, want in de donkere nachten kun je ze van verre zien. Het lijkt haast buitenaards met een gloed, die naar mate je dichterbij komt een lichtpunt wordt. Op een gegeven moment hebben we 17 boten aan de linkerkant en 4 aan de rechterkant. Als we denken dat we vrij van ze zijn, komt er een boot naar ons toe. We wijzigen koers en hij volgt. We lopen 5 knopen en trekken het voorzeil erbij en versnellen naar 8 knopen. Hij doet hetzelfde. We wijken nog meer uit, maar hij blijft maar volgen. Op de radar kan ik hem goed plotten om te zien wat hij doet. We worden er bloednerveus van, minderen weer zeil om de snelheid eruit te krijgen, doet de andere boot hetzelfde. Op een gegeven moment laten we alle zeilen neer om stil te komen en draaien 180 graden. Pas dan lost de andere boot en gaat richting het zuiden. We moeten even bijkomen, was dit een waarschuwing voor ons dat we te dichtbij netten zouden komen? Raar, want er waren alleen squidboten of een staaltje van intimidatie? Geen idee, wat we weten dat we kompleet doorgezweet zijn van het lieren en hijsen van de zeilen. Gelukkig hebben we de rest van de nacht alleen het schijnsel van de lichtjes in de verte.

Vrijdag 21 juli


Ja, beet!

Het leed wordt later in de morgen verzacht als Neptunus medelijden met ons heeft en een lekkere tonijn schenkt als we de vislijn uit hebben. We genieten van sashimi en kort gebakken tonijn.
Na een bewolkte dag gaan we de laatste nacht in. We hopen dat het geen herhaling van afgelopen nacht wordt. Helaas spotten we de eerste vissersboot al vroeg in de avond, maar die is duidelijk te herkennen. We zien het net met lichtjes en kunnen op deze manier de boel links laten liggen. Niels gaat met een gerust hart slapen. Helaas moet ik de ronkende schipper een uur later al wakker maken. Ik zie een net met lichtjes aan stuurboordzijde en aan de kopse kant een schip. We zeilen voor mijlen langs het verlichte net en als we denken dat we er klaar mee zijn, begint de vissersboot met lichtsignalen te seinen. Marifooncontact wordt gelegd, maar we begrijpen er geen snars van. Bang om alsnog in een net te geraken, gaan we westwaarts uit. Tjonge, wat een gedoe en onduidelijkheid allemaal. Als we denken dat alles weer onder controle hebben, horen we bericht van een zeiler die ten noorden van ons vaart. Hij meldt een boot en net, precies de kant waar we heen moeten. Op dat moment valt er een bui, die uren lang aanhoudt. Het is aardedonker en het zicht nul. Ook op de radar valt er bar weinig te zien, we besluiten alle zeilen te strijken en laten ons voor top en takel deinzen. Dit houden we vol tot 05.30 en gaan we de laatste 30 Nm richting Debut.


Overdag zien ze er zo onschuldig uit.

Inmiddels is de regen gestopt en zien we een groen eiland. Dichtbij het plaatsje zien we de eerste moskeeën, de één met een turkoise koepel en de andere mooi blauw.
Rond het middaguur komen we aan en vinden een mooi ankerplekje naast de Icaros, die we in Port Moresby hebben leren kennen.
De aankomst wordt gevierd met een bintang en G&T. Tegen het eind van middag kunnen we onze ogen niet meer open houden en met de mededeling om even een tukkie te doen gaat Niels op de bank. Ankerlicht doe ik voor de zekerheid aan en ook ik ga plat. Als ik om 19.00 wakker word ligt Niels nog steeds te pitten. Ik ga rechtsomkeer en pas in de vroege morgen worden we wakker door het geschal van een minarette. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten