dinsdag 12 april 2016

Otago

9 - 14 april 2016

De volgende dag is het bewolkt met een beetje motregen. We laten de Key Summit track -een deel van de bekende Routeburn wandeling en vlakbij Milford- voor wat het is en rijden terug naar Te Anau. Hier klaart het weer op en besluiten we door te rijden naar Cromwell, provincie Otago. Dit blijkt een goed besluit, want naarmate we meer naar het oosten kilometers maken lossen de wolken op. 
Vanaf Queenstown verandert het landschap in een meer rotsachtige omgeving. Dit klopt ook wel, want er wordt hier maar 300 mm aan neerslag gemeten per jaar. De vele wijn estate's profiteren van de hogere temperatuur hier, maar de keerzijde is wel dat alles geïrrigeerd moet worden. Centraal Otago staat vooral bekend om de Rail Trail fietstocht en natuurlijk de eerder genoemde wijn met name de Pinot Noir die het hier goed doet. Nu zijn we niet vies van een lekker wijntje, dus gaan we die middag nog op pad naar een wijn estate inclusief lunch.


Laat de ton maar in duigen vallen.

In de omgeving van Gibbston en Bannockburn zijn er velen en wij kiezen voor Wild Earth. We gaan voor het wijn en lunch arrangement welke in karafjes en op een duig van een wijnvat worden gepresenteerd. We raken in gesprek met locals, die ons attenderen op een motorrace circuit en museum op 5 minuten rijden. Ze vieren hun 3 jarig bestaan en de entree is nu gratis. Alhoewel niet gepland gaan we erheen en zien een prachtig met veel geld opgezet project in de "middle of nowhere". Niels wordt geprikkeld door de dames bij de ingang voor een ritje van 200km/uur in een (oranje) Porsche Cayenne turbo op het circuit, maar bedankt vriendelijk. Niet voor de snelheid, maar de prijs ondanks de verjaardagskorting. De nieuwste McLaren wordt ook gebruikt voor 2 rondjes scheuren zonder kans op een boete en ik zie Niels toch twijfelen......, maar nee het blijft bij kijken. Het museum is afgewisseld met prachtige klassieke racers en peperdure nieuwe auto's. De Australische eigenaar heeft zijn geld verdiend met voer voor huisdieren...... Zijn laatste aankoop staat er ook de nieuwste Vulcan van 4,3 miljoen NZD (zo'n 3 miljoen Euro.....). 


Het Highlands Motorpark bij Cromwell.





Het plaatsje Cromwell vinden we op een soort vinex wijk lijken en na wat inkopen gedaan te hebben laten we het links liggen. De omgeving met zijn vele boomgaarden, waarvan het fruit overal langs de weg wordt verkocht, is wel mooi. We blijven er maar één nacht m.n. door de tegenvallende camping. De volgende dag doen we nog een wandeling naar Cairnmuir. Het is een beetje een saaie trip naar boven over een gravel weg, maar met mooi uitzicht naar de diverse bergruggen.


Lake Dunstan vlakbij Cromwell.


In de verte zie je de witte bergtoppen.


We gaan van de gebaande paden en rijden via het gehucht Naseby richting de Dansey Pass. We vinden een DOC camping bij Kyeburns Diggins. Het is een missie om te bereiken, maar we staan helemaal in ons eentje bij de German Creek en vinden het heerlijk daar tussen de dennenbomen en kabbelend watertje.

                                  

De DOC camping vlakbij Naseby

De voorspelling is regen voor de komende 2 dagen, dus een dag fietsen laten we gaan en koersen direct naar Dunedin. Het is geen straf om met bewolkt weer de stad te verkennen. Dunedin heeft een Schots verleden en is de Gaelic naam van Edinbugh. Een prachtig station dat, op het Opera House in Sydney na, het meest gefotografeerde gebouw ter wereld schijnt te zijn. Net zoals in vele andere NZ grote steden is er weer een prachtige opgezet en modern settlers museum en een prachtige Chinese tuin. De Cadbury fabriek wordt niet overgeslagen en ik voel me als Sjakie en de chocoladefabriek als ik na 90 minuten de fabriek verlaat. In het centrum Octagan genaamd duiken we een Schotse pub binnen en eten fish and chips. We zitten zelfs tot in de donker buiten op het terras, wat de volgende dag absoluut niet mogelijk is zonder verwarmd terras. Er waait nu een straffe zuidelijke wind en de temperatuur komt niet boven de 10 graden. Nog maar een extra dekentje voor de nacht.


Het treinstation van Dunedin.




                                

We bezoeken die dag het Royal Albatross Centre op Taiaroa Head (Pukekura). Naast een film en rondleiding zien we de broedplaats met jonge kuikens op het Otago schiereiland. Nooit geweten dat als een albatros voor het eerst uitvliegt richting Antarctica hij of zij de eerste 5 jaar nooit land aan zal doen. Als ze na die tijd weer voet aan land zetten, kunnen ze de eerste dagen hun eigen gewicht niet dragen.


Een foto van een foto. Om een idee te krijgen hoe groot een "chick" kan worden. Rond de 5 - 6 maanden kunnen ze wel 12 kilo wegen, maar dit overgewicht gaat allemaal naar de vleugels in wording.


De albatros met een vleugelspanwijdte van 3 meter.

Na een koude nacht gaan we 's morgens richting station waar we de Taieri Gorge Railway hebben geboekt. Ooit op tv geweest met de Great Scenic Railway Journeys. De rijtuigen stammen nog uit 1950 en we treinen naar Pukerangi, waar de locomotief wordt gedraaid en toeren we terug naar Dunedin.





We rijden die middag nog naar Moeraki, een klein vissersdorp. De grootste attractie zijn de Moeraki Boulders, grote ronde keien. We hadden het niet beter kunnen plannen als we met laag water aankomen. Er is ook een andere attractie in de vorm van een restaurant, Fleur's Place genaamd, waar we die avond nog terecht kunnen.


Zennnnnn














Geen opmerkingen:

Een reactie posten